Main content

Inhoud

De 7 grootste misverstanden over de jacht

Zowel in Nederland als België is het doodschieten van wilde dieren nog steeds een populair tijdverdrijf. Jagers grijpen iedere gelegenheid aan om sympathie op te wekken voor hun bloedsport: ze verspreiden desinformatie en drogredenen om de publieke opinie gunstig te stemmen. Animal Rights zette de meest gehoorde mythes over de jacht op een rijtje.

1. De jacht zorgt voor 'eerlijk' vlees

Jagers noemen vlees van dode wilde dieren vaak 'eerlijk' vlees. Daarmee bedoelen ze eigenlijk dat het ethischer zou zijn om deze dieren te eten in vergelijking met het fokken en doden van dieren in de industriële veeteelt. De wilde dieren hebben immers wel een 'goed leven' gehad.

Wanneer jagers stellen dat het ethischer is om wilde dieren te doden, gaan ze er vanuit dat mensen vlees nodig hebben en dieren moeten doden. Dit is echter een verkeerd vertrekpunt. De mens kan perfect leven op een plantaardig dieet: de keuze tussen vlees uit de industrie óf vlees uit het wild is een valse tegenstelling. Bovendien zijn wilde dieren geen goedkoop 'scharrelvlees' maar individuen die onderdeel zijn van een ecosysteem. En ook dieren met een goed leven willen niet dood.

Wat betreft duurzaamheid voor natuur en overleving van soorten is een plantaardig dieet optimaal. Het bespaart veel water, voorkomt broeikasgassen en voorkomt ontbossing in vergelijking met het eten van dieren uit de veeteelt. Ook wild is niet duurzaam. De aantallen van heel wat jachtwildsoorten zoals hazen, fazanten, patrijzen en wilde eenden slinken, onder druk van menselijke aanwezigheid of de landbouw, maar ook door de jacht.

Hier vind je meer inspiratie voor een plantaardige levensstijl.

2. Mensen hebben altijd gejaagd, het zit in onze natuur

Prehistorische mensen en hun voorouders jaagden inderdaad. Ze hadden geen andere keuze, ze moesten jagen om te overleven. Het moge duidelijk zijn dat dit tegenwoordig nog maar voor een heel klein deel van de wereldbevolking het geval is.

Dat iets ethisch of goed is omdat het altijd zo is gedaan, is ook een denkfout. Van kannibalisme tot kinderarbeid en van het onderdrukken van vrouwen tot slavernij: er zijn talloze voorbeelden te bedenken van dingen die we vroeger 'goed' en 'normaal' vonden, maar nu niet meer.

Mensen doen anno 2022 allerlei dingen die onze voorouders niet deden: we zitten de hele dag op computers en smartphones, we vliegen de halve wereld rond en leven niet in hutten maar in huizen met verwarming, elektriciteit en stromend water. Als we onze 'natuur' voor al deze luxe opzij kunnen zetten, moet het ook lukken om wegens ethische redenen geen dieren te doden.

Ethicus Willem Vermaat zegt hierover: "Als dit de reden is om te jagen, pas je dat dan ook consequent toe? Jagers-verzamelaars aten geen chips en dronken geen cola of melk van andere diersoorten. Wederom is te zien hoe selectief mensen zijn in het toepassen van het 'dit is de natuur-argument'."

3. De jacht zorgt voor een pijnloze dood

Volgens jagers hebben de dieren die ze doden nauwelijks of geen pijn wanneer ze worden neergeschoten. "Ik schiet altijd raak," hoor je ze regelmatig beweren. Het ene moment huppelen de dieren nietsvermoedend rond, het volgende zijn ze gewoon dood. Maar dit is zelden het geval. Heel wat dieren worden enkel verwond, weten te ontkomen en sterven daarna soms nog na een akelige doodstrijd. Anderen zijn niet meteen dood en creperen lange tijd alvorens ze door de jager of al spelend door de jachthond(en) worden afgemaakt. Animal Rights publiceerde onlangs nog beelden van een aangeschoten haas die door een jager met een stok wordt doodgeslagen. Het dier moet vreselijk geleden hebben.

Een Nederlandse studie concludeerde dat zeker 25% van de ganzen rondvliegt met kogelhagel in het lijf.1

Bekijk de video: Hond speelt met gans.

Jachthonden worden vaak met levende dieren getraind, zoals blijkt uit deze beelden die Animal Rights in handen kreeg.

Bovendien zorgt de jacht ook voor ontwrichting van families en verbanden. Wanneer er leden van de groep wegvallen heeft dit impact op de overlevenden: bijna alle dieren die bejaagd worden leven in sociale groepen.

Van everzwijnen is bekend dat zij hun gewoonten aanpassen wanneer er in hun gebied gejaagd wordt. Van nature zijn everzwijnen overdag actief, maar wanneer er gejaagd wordt gaan zij vrijwel onmiddellijk over op een nachtelijk ritme hoewel zij net als mensen geen goed nachtzicht hebben.2 Animal Rights organiseerde eerder dit jaar in België 'De week van het everzwijn' om de kennis over dit bijzondere dier te vergroten en aan te tonen dat er wél liefde bestaat voor deze soort. Daarnaast brengen we de petitie 'Red het everzwijn' verder onder de aandacht.

Kraaien zijn extreem intelligente dieren. Volgens een studie herkennen kraaien personen die hun soortgenoten kwaad willen doen. Een studie toonde aan dat kraaien een persoon met een dode kraai in de hand aanvielen en deze persoon zelfs nadien nog herkenden. Het is dus aannemelijk dat het voor kraaien erg stressvol is om te zien hoe soortgenoten worden afgemaakt.3

Konijnen worden het hele jaar door bestreden. Jonge konijnen liggen de eerste weken hulpeloos ondergronds in de burcht en verhongeren wanneer het moederkonijn wordt geschoten.


  1. Alterra Wageningen UR: Onderzoek naar ganzentrek en het voorkomen van vogelgriep. Pagina 64. (2008) 

  2. Alterra rapport. Everzwijnen in Limburg. 

  3. Marzluff. 2009. Lasting Recognition of Threatening People by Wild American Crows. 

4. Dieren jagen ook

Uiteraard zijn er ook dieren die dieren doden en daarbij heel wat dierenleed veroorzaken. Net als onze verre voorouders hebben ze geen keuze: zij kunnen alleen op deze manier overleven. Hobbyjagers daarentegen jagen voor hun 'plezier', niet omdat ze anders omkomen van de honger.

Een dier kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het leed dat hij of zij veroorzaakt, een mens kan dat wel. Niets staat de moderne mens in de weg om naar de supermarkt te gaan om daar plantaardig voedsel te kopen.

5. Jagers voorkomen schade

Jagers presenteren hun macabere hobby graag als een noodzakelijk kwaad: door het afschieten van dieren bestrijden ze bijvoorbeeld schade aan gewassen. Jagers schieten kraaien omdat die fruitbomen kaalpikken, everzwijnen moeten eraan omdat ze tuinen en natuurgebieden omwoelen en reeën krijgen de kogel als ze jonge gewassen durven opeten. Vaak is deze schade schromelijk overdreven of niet enkel de schuld van de diersoort die als zondebok wordt aangesteld. Kraaien worden massaal gevangen in trechterkooien, maar merels of andere zangvogels die ook fruit lusten gaan vrijuit.

Maatregelen die de gewassen onaantrekkelijk of moeilijk bereikbaar maken worden vaak niet ingezet omdat het geweer de makkelijkste (en voor jagers de leukste) oplossing is. Toch zijn het plaatsen van hekken en netten, het gebruik van geur- en smaakmiddelen, en het verplaatsen van dieren wel degelijk effectief.

Sommige dieren zoals everzwijnen en vossen worden soms overmatig gedemoniseerd voor gedrag dat voor hen gewoon natuurlijk is. De jacht wordt in stand gehouden, zelfs al heeft die absoluut geen effect, om de menselijke gemoederen te sussen. In Luxemburg is er al sinds 2015 een jachtverbod op de vos, maar toch heeft er geen vossenexplosie plaatsgevonden. Er zijn nog steeds evenveel vossen als toen ze bejaagd werden.

We zien dezelfde sentimenten sinds de wolf weer in Nederland en België is. Het dier doodt schapen die niet goed worden beschermd door de 'eigenaren', terwijl die dat wel wettelijk verplicht zijn. Vervolgens krijgt de 'moordlustige' wolf de schuld, terwijl die alleen maar zijn natuurlijke gedrag vertoont.

Daarnaast beschouwt de mens zich vaak het centrum van het universum. Dieren moeten wijken omdat ze tuinen omwoelen, konijnen moeten dood omdat ze 'schade' veroorzaken op een golfclub. In plaats van onszelf samen met dieren als medebewoners te beschouwen van onze planeet, vinden we dat wij het recht hebben om ons alles wat we willen toe te eigenen. Het is echter aan de mens om onaanvaardbare schade te voorkomen, maar ook om dieren rust en ruimte te gunnen om te leven. Op plekken waar er dan toch conflict is moeten wij manieren zoeken om met wilde dieren samen te leven.

6. Jagers beschermen de biodiversiteit

Naar eigen zeggen beschermen jagers op twee manieren de biodiversiteit: ten eerste nemen ze maatregelen om bepaalde diersoorten zoals de patrijs te beschermen en bovendien doden ze predatoren. Wat betreft het nemen van maatregelen voor de biodiversiteit zal het zeker kloppen dat sommige jagers bloemenmengsels inzaaien of houtkanten aanleggen. Dat dit echter alleen maar door jagers wordt gedaan is onwaar. Bovendien eisen jagers er ook iets voor in de plaats, zij willen in ruil bepaalde dieren doden. Het is echter prima mogelijk een systeem op poten te zetten waarbij dezelfde maatregelen worden genomen door natuur- of dierenliefhebbers die daar geen levens voor opeisen. Als jagers echt zo bezorgd zijn om biodiversiteit zouden ze in Nederland al lang gestopt zijn met het schieten van eenden.

Dan het tweede argument: het doden van predatoren ter bescherming van andere soorten. Dit is volstrekt onnodig. Zo is er, zoals eerder genoemd, in Luxemburg intussen al vijf jaar een jachtverbod, toch zijn prooidieren daar nog steeds niet uitgestorven, noch is er een vossenexplosie. Vossen hebben trouwens een gevarieerd dieet dat voornamelijk bestaat uit ratten en muizen, insecten, wormen en plantaardig materiaal. Daarnaast zijn er nog heel wat andere dieren die prederen, maar waar we niet op jagen, zoals eekhoorns of egels. Belangrijker in de bescherming van bijvoorbeeld patrijzen tegen predatoren, is de kwaliteit van hun habitat. Indien zij zich kunnen beschermen en in de onmiddellijke omgeving voedsel vinden, vallen ze minder snel ten prooi aan roofdieren.

7. Jagers doen aan populatiebeheer

Het afschieten van dieren leidt op langere termijn niet per se tot minder dieren, maar tot steeds nieuwe dieren. Populaties groeien niet door tot in het oneindige, maar worden begrensd door de reikwijdte en de kwaliteit van het leefgebied.

Neem het voorbeeld van de ganzen. "Als in Nederland ganzen worden afgeschoten, trekken er minder naar de broedgebieden," legt Maarten Loonen van Rijksuniversiteit Groningen uit. "Daar hebben ze dan minder concurrentie, dus hebben ze de beste plekken met het meeste voedsel voor het uitzoeken. Met een beter broedresultaat als gevolg. Zo komen er weer meer naar de overwinteringsgebieden terug."1

Op het moment dat een populatie al onder druk staat en de leefomstandigheden al ongunstig zijn, dan kan onnodige sterfte door de jacht de populatie nog verder negatief beïnvloeden. De beperkte aangroei met geringe overlevingskansen kunnen het verlies dan niet compenseren. Dit is ook de reden dat het konijn en de haas, die op de Rode Lijst staan, dit seizoen niet vrij bejaagd mogen worden in Nederland. De jacht op het konijn is helemaal niet geopend en op de haas mag in drie provincies niet gejaagd worden.

Daarnaast pleit Animal Rights voor een nieuwe visie op natuur waar er niet enkel naar de soort wordt gekeken maar ook naar het individu met zijn of haar intrinsieke waarde en recht op leven en welzijn.

De jacht, een bloederige hobby van een select gezelschap, veroorzaakt alleen maar leed en dient op geen enkele manier het welzijn van lokale flora en fauna.