Main content

Inhoud

Jacht- en natuurwetgeving in Europa

In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw stond een groot aantal vogelsoorten op het punt van uitsterven. De belangrijkste redenen hiervoor waren het verdwijnen van leefgebieden en de grootschalige jachtpartijen onder vogels in Zuid-Europa.1 Vooral rond de Middellandse Zee werden miljoenen trekvogels gedood en gevangen. In reactie hierop werd in 1979 door de Europese Unie de Vogelrichtlijn opgesteld. Deze richtlijn wil het uitsterven van vogelsoorten voorkomen door, kort gezegd soorten vogels en hun leefgebieden te beschermen.

In de jaren negentig is de Habitatrichtlijn in werking getreden, een aanvulling op de eerdere richtlijn. Deze richtlijn is opgesteld met als doel de biologische diversiteit op het Europese grondgebied te beschermen. De richtlijnen zijn bindend en moeten worden omgezet in nationale wetgeving.

Lees ook: jaarlijks 53 miljoen vogels doodgeschoten.

VOGELS IN EUROPA

In Europa leven meer dan 500 wilde vogelsoorten, maar minstens 32% van deze vogels bevinden zich in een “ongunstige staat van instandhouding”.1 Ze worden dus met uitsterven bedreigd. Internationale regelgeving is noodzakelijk, want de meeste vogels in Europa zijn trekvogels die niets geven om landsgrenzen.

Op De Nederlandse Rode Lijst met broedvogels staan 87 bedreigde soorten.1 Dat is bijna de helft van alle vogels die er broeden, namelijk 44%. Rode Lijsten hebben op zichzelf geen juridische status, maar van overheden en beheerders wordt verwacht dat ze rekening houden met de soorten op de lijst.

DE 40-JAAR OUDE VOGELRICHTLIJN

De Vogelrichtlijn is 40 jaar oud, maar nog steeds van belang. Op basis van artikel 1 van de Vogelrichtlijn zijn alle in het wild levende vogels op het Europese grondgebied beschermd. Voor sommige soorten moeten speciale beschermende maatregelen worden getroffen: soorten die dreigen uit te sterven, die als zeldzaam worden beschouwd of die slechts plaatselijk voorkomen.

Volgens deze richtlijn is het (in beginsel) ook verboden om in het wild voorkomende vogels te doden, te verjagen dan wel te verstoren. Op deze hoofdregel bestaan echter een aantal uitzonderingen, zo is het mogelijk om bepaalde soorten te bejagen.1 Ook mogen soorten worden gedood, wanneer er “geen andere bevredigende oplossing” bestaat.2

Lees ook: rechter verbiedt vangen van kraaien en kauwen.

Over het algemeen geldt dat de leden van de Europese Unie verplicht zijn om met hulp van beschermingsmaatregelen zorg te dragen voor de instandhouding van alle in het wild voorkomende vogelsoorten. Het gaat hier om de bescherming van soorten, maar ook om de bescherming van leefgebieden. In het kader van deze zelfde wet moet echter ook worden voorkomen dat exoten (soorten die van nature niet in Europa voorkomen) schade aanbrengen aan plaatselijke flora- en fauna.1

EUROPESE LIDSTATEN EN DE JACHT

Ondanks dat de Vogelrichtlijn alle inheemse vogelsoorten beschermd, staat dezelfde richtlijn ook de generieke jacht op bepaalde soorten toe. De jacht op sommige wilde vogels wordt gezien als cultureel goed en een vorm van “duurzaam gebruik”. In bijlage twee van de Vogelrichtlijn zijn soorten opgenomen, waarop in de gehele Unie mag worden gejaagd en de soorten, waarop binnen specifieke landen mag worden gejaagd. Landen zijn niet verplicht om de jacht op de genoemde soorten toe te staan, het is een optie waarvan gebruik mag worden gemaakt. De nationale jachtwetgeving bepaalt aan welke regels de jacht is onderworpen.

DE HABITATRICHTLIJN

In 1992 trad de Habitatrichtlijn in werking, dit is een belangrijke aanvulling op de eerdere richtlijn. De doelstelling van deze richtlijn luidt: “het waarborgen van de biologische diversiteit op het Europese grondgebied door het instandhouden van de natuurlijke habitats en wilde flora en fauna.” Waar de Vogelrichtlijn zich richt op in het wild levende vogels, is de Habitatrichtlijn gericht op (overige) dier- en plantensoorten. In de bijlagen van de Habitatrichtlijn worden zo’n 500 plantensoorten, 200 diersoorten en 200 habitats (leefgebieden) genoemd.1

NATUURBESCHERMING EN BIODIVERSITEIT (NATURA 2000)

Naast soorten, beschermen beide richtlijnen ook leefgebieden. De bepalingen uit de richtlijnen verplichten de lidstaten van de Unie om een Europees ecologisch netwerk op te richten, dit wordt Natura 2000 genoemd. In Natura 2000-gebieden worden diersoorten, plantensoorten en hun natuurlijke leefomgeving beschermd om biodiversiteit te behouden. Voor gebieden die deel uitmaken van het Natura 2000-netwerk gelden strikte beschermingseisen. Als de aanleg van wegen, nieuwbouw of de uitbreiding van boerenbedrijven bijvoorbeeld schadelijk is voor de Natura 2000-gebieden, dan mogen ze in principe niet doorgaan.

Het beschermen van biodiversiteit is hard nodig. In Europa als geheel resteert bijna de helft van de oorspronkelijke biodiversiteit. Het verlies aan biodiversiteit in Nederland is groter dan elders in Europa en de rest van de wereld: In Nederland is slechts 15% van de oorspronkelijke situatie over.1 Dat komt met name door de landbouw, verstedelijking en versnippering van gebieden.

Inmiddels telt Natura 2000 26.000 beschermde gebieden, goed voor bijna een vijfde van de oppervlakte van de Europese Unie. Nederland kent ruim 160 Natura 2000-gebieden.2

SOORTENBESCHERMING IS NIET GOED GENOEG

Samenvattend is de Vogelrichtlijn gericht op in het wild levende vogelsoorten en is de Habitatrichtlijn gericht op dier- en plantensoorten. Deze richtlijnen zorgen voor de bescherming van soorten en gebieden in Europa. In Nederland zijn de verplichtingen en verboden uit beide richtlijnen én de regels met betrekking tot de jacht opgenomen in de Wet natuurbescherming. In Vlaanderen zijn de bepalingen van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn verwerkt in Het Natuurdecreet. Regels met betrekking tot de jacht zijn neergelegd in het Jachtdecreet, het Jachtvoorwaardenbesluit en het Jachtopeningsbesluit.

De regels met betrekking tot jacht en natuurbescherming zijn nauw met elkaar verweven. De richtlijnen die bepaalde soorten en leefgebieden beschermen, maken de jacht op andere soorten weer mogelijk. De bescherming van natuur, soorten en biodiversiteit zijn vanzelfsprekend uitermate belangrijk. Animal Rights wil echter dat er nog een belang wordt meegenomen: het belang van individuele dieren. Elk dier is een individu met recht op leven en welzijn en alleen de bescherming van soorten is niet goed genoeg om individuen te beschermen: er zijn immers nog steeds wilde dieren die de kogel krijgen.

Teken onze petitie voor dierenrechten in de grondwet.