Main content

Inhoud

Eieren - leghennen

Welzijnsproblemen komen voor in de gehele leghennensector of het nu gaat om een kooi, scharrel of vrije uitloopkip. Van elke kip wordt een flinke prestatie verwacht: ze moeten maar liefst 320 eieren leggen in 13 maanden tijd. Daarna zijn de leghennen opgebruikt en worden ze in kratten gepropt en vervoerd naar het slachthuis. Zie hier het leven van meer dan 46 miljoen Nederlandse1 en 8 miljoen Belgische2 legkippen in de veehouderij.

Video: Animal Rights maakte undercoverbeelden van leghennen in de stal.

Moederdieren

Het grootste deel van de totale 'leghenstapel' bestaat uit leghennen die eieren leggen bestemd voor menselijke consumptie. Maar ook deze leghennen zijn zelf ooit uit een ei gekomen. De hennen die consumptie-eieren leggen worden 'geproduceerd' in gespecialiseerde vermeerderingsbedrijven.1 In Nederland leggen ongeveer anderhalf miljoen moederdieren eieren waar leghennen uit geboren worden.2 In België staan eveneens anderhalf miljoen moederdieren in voor het voortbrengen van leghennen voor legbedrijven. 3

Opgroeien in een opfokbedrijf

De eieren van de moederdieren worden kunstmatig uitgebroed in broederijen.1 De haantjes zijn nutteloos en worden direct gedood. De legkippen worden vervoerd naar een opfokbedrijf.2 Hier wordt de legkip in vier maanden tijd volwassen. Vervolgens verhuist de kip naar een legbedrijf waar eieren geproduceerd worden voor menselijke consumptie.

Eieren produceren

In de legbedrijven moeten de hennen intensief eieren leggen. De legbedrijven werken volgens een systeem van productierondes. Een volledige groep hennen wordt aangekocht bij een opfokbedrijf. De dieren beginnen samen aan een ronde in de legstal. Een groep hennen die samen een ronde doorlopen wordt een 'leghenkoppel’ genoemd. Als de kippen ongeveer 17 maanden oud zijn, daalt de eierproductie van de kippen, en bijgevolg ook de winst voor de fokker. De stal wordt geruimd. Het volledige leghenkoppel wordt afgevoerd naar het slachthuis. De stal staat een tweetal weken leeg voor grondige reiniging en ontsmetting. Vervolgens wordt ze gevuld met nieuwe jonge leghennen.

Leefruimte

Op de legbedrijven verblijven de kippen in kooisystemen of in ‘alternatieve systemen’ waarmee bedoeld wordt: scharrelstallen en stallen met ‘vrije uitloop’.

Kooisystemen

De traditionele legbatterijen waarin een leghen beschikte over 550 vierkante cm2 (een A-viertje) zijn sinds 2012 verboden in Europa. Er mag wel nog gebruik gemaakt worden van ‘verrijkte kooien’.1 In verrijkte kooien krijgt een leghen 750 cm2 leefruimte. Net als de klassieke legbatterijen bestaan verrijkte kooien uit kleine compartimenten met een afhellend draadnet en bevatten minimale voorzieningen voor eten, drinken, het verzamelen van eieren, het verwijderen van mest, en het toevoegen of weghalen van leghennen. De verrijkte kooien hebben nog wat bijkomende elementen zoals zitstokken, nesten, een strooiselruimte en een hoger plafond.

In het oude batterijsysteem zaten gewoonlijk 5 leghennen bij elkaar in een kooi. In de verrijkte systemen kan, afhankelijk van de grootte van de verrijkte kooien, de groepsgrootte variëren. Tot 10-12 kippen spreekt men van 'kleine groepen', terwijl grote kooien tot 60 kippen kunnen huisvesten.

Een verdere ‘verbetering’ van de ‘verrijkte kooi’ is 'koloniehuisvesting'. In een ‘koloniekooi’ kan de leghen beschikken over een oppervlakte van 900 cm². De ruimte is echter nog steeds minder dan twee A4’tjes per kip. In de kooi kunnen 30 tot 60 hennen. De kooien staan in rijen en in etages opgesteld. In koloniehuisvesting hebben leghennen ook zitstokken, wat strooisel en rubberen legnesten, waar het ei doorheen valt en zo op een afvoerband terecht komt. De hennen hebben geen buitenlucht en zien geen daglicht. Koloniehuisvesting wordt ook wel ‘kleinvoliére’ genoemd, maar het gaat wel degelijk om een kooisysteem.

Na 2021 mogen in Nederland ook geen ‘verrijkte kooien’ meer gebruikt worden.2 Enkel koloniekooien blijven toegestaan. In Wallonië werkt men momenteel volop aan wetgeving om kooisystemen voor legkippen vanaf 2028 te verbieden. In Vlaanderen is voorlopig nog geen sprake van een verbod op kooien.3

Alternatieve systemen

‘Scharrelkippen’ brengen hun leven door in van de buitenwereld afgesloten ruimtes. Ze leven in stallen met grondhuisvesting of in volière-stalsystemen. In beide typen systemen worden de dieren in grote groepen gehouden met 1111 cm2 leefruimte per dier. De dieren hebben toegang tot nesten, zitstokken en een scharrelruimte met strooisel. Frisse buitenlucht of natuurlijk daglicht behoort niet tot hun leefwereld. Bij grondhuisvesting zitten alle kippen op één niveau. In de voliéresystemen zijn er meerdere etages van roostervloeren boven elkaar. De kippen hebben toegang tot de verschillende etages.

Bij de indoor-stalsystemen kan er een uitloop naar buiten aanwezig zijn. Dit wordt dan duidelijk op de verpakking van de geproduceerde eieren aangegeven: 'vrije uitloop'. De uitloop bestaat meestal uit een grasveld. De uitloop kan aantrekkelijker gemaakt worden voor de hennen met begroeiing in de vorm van struiken, bomen of planten. Kippen zijn prooidieren en voelen zich veiliger als ze kunnen 'schuilen' in de begroeiing. Er zijn ook stalsystemen waarbij aan de zijmuren van de stal een soort overdekte veranda aanwezig is. Dit wordt ‘Wintergarten’ of ‘koude scharrelruimte’ genoemd. Deze overdekte uitloop op zich kan niet aangemerkt worden als ‘vrije uitloop’. Slechts wanneer de overdekte uitloop verder doorgang geeft tot een uitloop in open lucht, mogen de eieren gemerkt worden als afkomstig van kippen ‘vrije uitloop’.

In de biologische leghennenhouderij heeft de stal één of meer niveaus, vergelijkbaar met scharrel- of volièresystemen. Er zijn legnesten, zitstokken en strooisel. In de bio-stal moet natuurlijke ventilatie en daglicht zijn. Een bio-kip krijgt 1666 cm2 leefruimte in de stal, en is er een uitloop van 4 m2 per dier. De uitloop moet voorzien zijn van voldoende vegetatie en schuilplekken. De hennen krijgen acht uur per dag toegang tot de vrije uitloop.

Rapporten en studies stalsystemen: 1 2 3 4

CODES

Op de verpakkingen van verse eieren staan de codes waardoor de consument de herkomst van eieren kan nagaan. Die code wordt gevolgd door de kenletters van het land (BE, NL, FR, DE, ...) De codering geeft een beeld van de omstandigheden waarin kippen leven.

  • Code 0: Biologische eieren van kippen die overdag naar buiten mogen.
  • Code 1: Eieren van vrije uitloop.
  • Code 2: Scharreleieren van kippen die in schuren gehouden worden en nooit buiten komen.
  • Code 3: Kooi-eieren. Eieren van kippen die gehouden worden in verrijkte kooien of koloniekooien.

VERDELING LEGHENNENSTAPEL

Ruim 84% van de Nederlandse leghennen wordt gehuisvest in ‘alternatieve systemen’. Ongeveer 20 miljoen kippen leven in gesloten ‘scharrelstallen’ of 'volièresystemen'. Vijf miljoen kippen beschikten over uitloop. Anderhalf miljoen kippen leeft in bio-bedrijven. Ruim 6 miljoen Nederlandse leghennen zitten in kooien. 1 In België is ‘de verrijkte kooi’ (750 cm2 per kip) de meest voorkomende vorm van huisvesting voor leghennen. Maar liefst 63,3 procent van het totaal aantal leghennen ofwel 4.515.747 kippen brengen hun leven door in een ‘verrijkte kooi’. 27,7 procent van de totale leghennenstapel zijn ‘scharrelkippen’, en 7,2 procent van de dieren kan beschikken over uitloop. Bio-kippen vertegenwoordigen slechts 1,7 procent van de totale leghennenstapel in België. 2

GEZONDHEID EN WELZIJN

Ziekte- en welzijnsproblemen komen voor in de gehele leghennensector, zowel in kooisystemen als in alternatieve systemen.

Uitval. Zoals in elke sector van de veehouderij wordt een zeker percentage ‘uitval’ (sterfte van dieren) beschouwd als een 'normaal' verschijnsel. In de leghennensector bedraagt de gemiddelde uitval acht percent. Een piekmoment voor uitval is de stressvolle periode na het plaatsen van nieuwe dieren. Door onbekendheid met het systeem kunnen er ongelukken zijn, met dooddrukkers als gevolg en hennen die uitvallen door problemen met de eiproductie. Daarnaast kunnen er dieren uitvallen omdat ze het water niet hebben kunnen vinden. Pikgedrag kan verergeren als gevolg van de stressvolle nieuwe omgeving. In de periode van 30 tot 50 weken leeftijd is er doorgaans minder uitval. Na 50 weken neemt de uitval weer toe als gevolg van uiteenlopende ziekteproblemen.1

Parasitaire besmettingen verzwakken de kippen en leiden tot hogere sterfte in de stal. Wormen veroorzaken maagdarm- en verteringsstoornissen. Bloedluizen, ook bekend als 'rode vogelmijten', zuigen bloed bij de kip. Op een kip kunnen behoorlijke aantallen voorkomen, 50.000 tot wel 500.000. Bloedluis veroorzaakt ongerief zoals jeuk, verstoorde rust en bloedarmoede met verhoogde kans op sterfte. In Nederland is 94% van de leghenkoppels besmet met bloedluis.2

Voet- en klauwproblemen zoals infecties, zwellingen, verzweringen aan de poten zijn veelvoorkomend bij legkippen en ze worden waargenomen in alle huisvestingssystemen.

Productiezieken zijn aandoeningen die het gevolg zijn van de onnatuurlijke eisen waaraan productiedieren moeten voldoen in de veehouderij. Leghennen kunnen problemen ontwikkelen aan de reproductieorganen zoals eileiderontsteking, uitpuilen van eileider en cloaca, dikwijls gevolgd door buikvliesontstekingen. Leghennen zijn ook vatbaar voor osteoporose (beenderbroosheid), veroorzaakt door voedingsonevenwicht, de hoge legfrequentie en de beperkte bewegingsmogelijkheden van de kip om de beenderen en spieren in conditie te houden. Beenderbroosheid verhoogt het risico op botbreuken. Een andere typische productieziekte bij leghennen is ‘Fatty liver haemorrhagic syndrome’ (FLHS). De ziekte wordt veroorzaakt door beperkte lichaamsbeweging, hoge omgevingstemperaturen en stress.

Borstbeenbreuken komen veelvuldig voor. Onderzoek heeft uitgewezen dat gemiddeld 66% van de hennen in volièresystemen tegen het einde van de productieronde een of meerdere breuken heeft opgelopen. Studies van andere huisvestingssystemen wijzen op borstbeenbreuken bij 62% van de kippen die in verrijkte kooien leven, en bij 58% van de kippen met grondhuisvesting (een scharrelruimte enkel op grondniveau). Kippen met een borstbeenbreuk lijden pijn en zijn minder mobiel.

Gedragsproblemen als verenpikken en kannibalisme komen veelvuldig voor en zijn een belangrijke bron van ongerief (pijn, verwondingen, uitval) in de leghennenhouderij. Deze gedragsproblemen komen in alle huisvestingssystemen voor. 'Verenpikken' wordt veroorzaakt door frustratie of stress. Het gaat om het uittrekken van de veren van andere hennen. Het pikken begint onderaan de rug, bij de overgang naar de staart. Uiteindelijk stoppen de kippen pas wanneer er alleen nog maar veren op het hoofd of op de vleugels van de andere kip staan en ze voor de rest van haar lichaam volledig kaal is. Verenpikken heeft niets te maken met rangordes of agressie. Het is een vorm van abnormaal gedrag dat in de natuur niet voorkomt. 'Kannibalisme' is het uitpikken en opeten van huidweefsel van andere kippen. De kippen kiezen er de gemakkelijkste slachtoffers uit en blijven het weefsel van een zwakker dier aantasten totdat ze sterft aan de verwondingen.

Pijnlijke snavelbehandelingen bij leghennen zijn standaardmethode om verwondingen ten gevolge van verenpikken enigzins te verminderen. Voor de kippen tien dagen oud zijn, wordt het puntje van hun snavel verwijderd. De snavel wordt behandeld met een infraroodstraal. Door deze behandeling sterft snavelweefsel af. Na ongeveer twee weken valt de snavelpunt af. De punt groeit niet meer terug. De punt van de snavel is gevoelig. De behandeling is pijnlijk en kan blijvend pijn geven. Bovendien lost de behandeling de oorzaak van verenpikken niet op, maar is het slechts symptoombestrijding. De Europese Commissie laat elke lidstaat vrij om te bepalen of snavelbehandelingen wettelijk toegestaan is. In Finland, Noorwegen en Zweden is het inkorten van de snavels van leghennen al jaren verboden. In Nederland werd beslist om snavelbehandelingen vanaf 2018 te verbieden. In België blijven snavelbehandelingen toegestaan. Verdoving is niet vereist.

Fysieke beschadigingen en breuken treden op bij het ruimen van de stallen. Ongeacht het soort stalsysteem brengt een ruiming op het einde van een productieronde stress en verwondingen bij de hennen met zich mee. Vele kippen hebben al een broos en beschadigd beenderstelsel ten gevolge van de leefomstandigheden in de legbedrijven. Wanneer de hennen door de ruimingsploeg uit de stallen gehaald worden, lopen veel hennen nieuwe botbreuken op. Ze worden in kratten gestopt voor transport naar het slachthuis. Zo'n acht miljoen afgedankte leghennen wordt geëxporteerd naar het buitenland. Volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) worden jaarlijks 5,5 miljoen Nederlandse kippen naar Polen gebracht. Zo’n 2,5 miljoen kippen worden geslacht in Duitsland of Frankrijk. 1

Rapporten en studies over gezondheid en welzijn: 2 3 4 5

ZIJN BIOLOGISCHE EIEREN DIERVRIENDELIJK?

Biologische leghennen hebben een minder slecht leven dan hun soortgenoten in andere systemen. Een minder slecht leven is echter niet hetzelfde als een goed leven dat aansluit bij de natuurlijke gedragingen en behoeften van een dier. Net als in alle andere bedrijven worden leghennen in bio-bedrijven beschouwd als productiemachines die de boer geld moeten opleveren.

Biologische leghennen krijgen wat meer leefruimte in de stal, kunnen acht uur per dag naar buiten, en het inkorten van hun snavels is verboden. Maar ook in bio-bedrijven leven de dieren samen in aantallen die de natuurlijke groepsgroottes ver overtreffen. Natuurlijke groepsgroottes van 10 tot 20 kippen zijn economisch niet leefbaar voor een bedrijf. In bio-bedrijven worden de dieren gehuisvest in groepen van honderden tot 3000 dieren.

De levensomstandigheden in bio-bedrijven zijn dus nog steeds stresserend voor de dieren. Verenpikkerij komt in biologische bedrijven evenveel voor als in andere bedrijven. De schade door verenpikken bij biologische hennen kan des te groter zijn, omdat hun snavels niet behandeld zijn.

Ook in bio-bedrijven draait alles om rendabiliteit. Van zodra de eierproductie van de bio-hennen afneemt, worden ze net als andere leghennen in kratten gepropt voor afvoer naar het slachthuis. Het vlees van opgebruikte leghennen is niet geschikt voor ‘gewone’ vleesconsumptie. De hennen worden geslacht om verwerkt te worden tot soepkip. Kijk bij Plant Power voor handige tips om het ei te vervangen door een plantaardig alternatief.