Main content

Inhoud

Vleesrunderen

In Nederland en België worden dikbilrunderen gefokt voor de productie van vlees. De dikbillen worden door de vleesindustrie geroemd omwille van hun hoge slachtrendement. Maar het fokken van deze extreem bespierde runderrassen is ethisch omstreden en in een aantal landen zelfs verboden. Door waanzinnig doorgedreven fokprogramma’s zijn de biologische grenzen van de dieren overschreden. Natuurlijk bevallen is onmogelijk geworden voor dikbilmoeders. De kalveren moeten via keizersneden uit de buik van de koe worden gehaald. Vele kalfjes komen ter wereld met ernstige genetische aandoeningen.

Dikbilrunderen

Dikbilrassen zijn ontstaan door in fokprogramma’s gebruik te maken van een genetische afwijking die extreme bespiering tot gevolg heeft. Het ‘dikbilgen’ is een mutatie in het myostatinegen dat instaat voor de vorming van myostatine, een stof die de spiergroei onderdrukt. De mutatie van het gen zorgt ervoor dat de spiergroei niet afgeremd wordt (25% meer spiervezels en minder vet).

Het resultaat is een rundertype dat een grotere vleesproductie oplevert en dus meer rendement voor de vleesindustrie. In België werd het Belgische Witblauw ras ontwikkeld. In Nederland ontstond het Verbeterd Roodbont ras. 1 2 3 4

Bevallingsproblematiek

Afhankelijk van de bedrijfsvoering worden vrouwelijke dikbillen kunstmatig bevrucht met sperma van een fokstier, of op natuurlijke wijze bevrucht door een dekstier. Na een dracht van negen maanden moet de koe bevallen. Door de onnatuurlijk lichaamsbouw van het dikbilras is het haast onmogelijk om het jong op normale wijze ter wereld te brengen. Bij het merendeel van de moederkoeien is het bekkenkanaal te smal om de overmatig bespierde kalfjes door te laten. De kalfjes moeten dan via een keizersnede uit de moederbuik gehaald worden.

In Nederland wordt bij 85 tot 90% van de dikbilmoeders keizersneden uitgevoerd. In België loopt dit percentage op tot meer dan 95%. - Zie (1) (2) (3) -

Keizersnede

De operatie wordt bij het staande moederdier uitgevoerd onder lokale verdoving. Een keizersnede leidt tot meer en langere napijn vergeleken met een natuurlijke bevalling. Toch worden pijnstillers niet als vanzelfsprekend beschouwd: de dieren krijgen pas medicatie wanneer ze koorts ontwikkelen of duidelijke tekenen van problemen vertonen.

Een keizersnede kan tot complicaties leiden zoals ontstekingen (baarmoeder, buikvlies, wond), bloedingen, verklevingen en vergroeiingen. Risico’s op complicaties worden groter naarmate meer keizersneden bij een dier zijn uitgevoerd. 1

Klik hier om te zien hoe een keizersnede wordt uitgevoerd

De nakomelingen

Vrouwelijke kalfjes worden vaak opgefokt tot nieuwe moederdieren. Wanneer ze ongeveer twee jaar oud zijn krijgen ze zelf een eerste kalfje. Doorgaans worden dikbilmoeders na twee à drie keizersneden afgevoerd naar het slachthuis, op een gemiddelde leeftijd van zes à zeven jaar.

De meeste mannelijke kalfjes worden vetgemest tot de leeftijd van ongeveer twee jaar en vervolgens geslacht. Sommigen worden opgefokt tot nieuwe fokstier, maar ook deze stieren eindigen uiteindelijk in het slachthuis. 1

Hoge kalversterfte

Volgens onderzoek van het Vlaamse landbouwinstituut Ilvo ligt het gemiddelde sterftepercentage bij Witblauw kalfjes op 12%. Dit betekent dat ongeveer één op de acht kalveren sterft. De doodsoorzaken zijn van diverse aard. 2

Een op de 80 kalveren wordt dood geboren als gevolg van verwerpingen (vanaf 7 maanden dracht) of sterft op jonge leeftijd door vroeggeboorte. Bij kalveren in de leeftijd van 2 dagen tot 4 maanden zijn diverse verteringsproblemen, in de praktijk diarree-problemen genoemd, een veel voorkomende doodsoorzaak. In de leeftijd van 4 tot 12 maand is griep de voornaamste reden van sterfte. (zie 8)

Maar ook de ver doorgedreven fokprogramma’s bij de dikbilrassen kunnen dodelijke gevolgen hebben voor de kalfjes. Vele ouderdieren zijn drager van genetische aandoeningen. Dit resulteert in kalfjes die geboren worden met ernstige afwijkingen. Deze kalfjes zijn niet levensvatbaar of sterven binnen de eerste levensdagen.

Genetische aandoeningen

Aan de universiteit van Luik werd een studie uitgevoerd naar genetische aandoeningen bij Witblauw runderen.1 De onderzoekers rapporteerden acht ernstige afwijkingen bij Witblauw kalfjes:

  • Congenitale musculaire dystonie I: Deze kalveren kunnen niet of moeilijk recht staan. Ze sterven meestal na enkele dagen.
  • Congenitale musculaire dystonie II (elektrische kalveren): Deze kalveren hebben al voor en tijdens de geboorte spastische spiercontracties van de vier poten, ze sterven voor of kort na de geboorte.
  • Kromme staarten syndroom: Deze kalveren hebben een korte brede kop, vertonen een duidelijke groeiachterstand en zijn extreem bespierd ter hoogte van de rug waardoor een duidelijke gleuf ter hoogte van de wervelkolom ontstaat. Ze vertonen dikwijls een kromming van de staart naar links of rechts.
  • Geproportioneerde dwerggroei: Bij de geboorte lijken deze kalveren niet afwijkend, maar ze lopen steeds meer groeiachterstand op naarmate ze ouder worden. Het afweermechanisme van deze kalveren zou ook afwijkend zijn waardoor er meer sterfte optreedt als gevolg van banale infecties.
  • Verlengde drachtduur: Door een hersenafwijking bij het kalf komt de geboorte niet op gang, de drachtduur kan oplopen tot 14 maanden. Deze kalveren hebben lang haar en lange hoeven, ze worden dood geboren of sterven kort na de geboorte.
  • Hamartoma: Deze kalveren worden geboren met een bloederige massa aan de onderkaak ter hoogte van de snijtanden en sterven bij of kort na de geboorte.
  • Arthrogrypose: Deze kalveren hebben sterk misvormde gewrichten van de poten, vaak in combinatie met andere problemen zoals een open gehemelte, navelbreuk en troebele cornea (’wit oog’). Ze sterven kort na de geboorte.

Cijfers

Op jaarbasis worden in Nederland ruim twee miljoen runderen geslacht. Een vierde van de slachtingen betreft volwassen runderen, de rest zijn kalfjes. In België worden jaarlijks ruim 550.00 volwassen runderen en 360.000 kalfjes geslacht. 2 3

In Vlaanderen bedraagt de rundveestapel ongeveer 1.300.000 dieren, waarvan het grootste deel gebruikt wordt voor vleesproductie. 4 In Nederland gaat het over meer dan vier miljoen runderen, waarvan het grootste deel wordt gebruikt voor de productie van melk. 5

Gebrek aan politieke moed

Terwijl in Zwitserland en in de Scandinavische landen het fokken van dikbillen verboden werd omwille van de ernstige welzijnsproblematiek,1 blijft dierenleed voor de Belgische en Nederlandse overheid ondergeschikt aan de economische belangen van de veehouderij.

In plaats van onethische fokpraktijken terstond te verbieden, geeft de Nederlandse overheid de sector ruimschoots kansen om het fokken van dikbillen verder te zetten. Wel onder voorwaarde dat er inspanningen gedaan worden om het aantal keizersneden op termijn te verminderen. Dit zou kunnen door fokprogramma’s op te zetten met moederdieren die bredere bekkens hebben.

De fokkers staan echter afkerig tegenover de voorgestelde fokprogramma’s omdat ze vrezen dat dit zal leiden tot hogere kosten, verminderde opbrengst van het vlees en minder goede prestaties op veekeuringen. 2 3

In Vlaanderen en de rest van België wordt op beleidsvlak geen enkel initiatief genomen om het fokken van dikbillen te beperken of verbieden. Sterker nog: de overheid steunt de promotiecampagnes van de Belgische belangengroepen om de verkoop van Witblauw rundvlees op binnen – en buitenlandse markten te bevorderen. 4 5

Stop dierenleed, kies plantaardig

Het leed van de dikbilrunderen is een zoveelste exces van een dolgedraaide industrie. Niet voor niets is Animal Rights een petitie gestart waarin de overheid opgeroepen wordt te stoppen met het promoten van vlees- en zuivel, en te investeren in promotie van gezonde en diervriendelijke leefgewoonten. Het beste wat je zelf kan doen om de vleesindustie een halt toe te roepen is dierlijke producten op je menu vervangen door plantaardig voedsel. Meer informatie en tips vind je op onze Plant power pagina.