Main content

Inhoud

Radboud Universiteit is gestopt met proefapen!

In 1976 wordt voor het eerst melding gemaakt van proeven op apen in Nijmegen. Veertig jaar later vinden soortgelijke experimenten nog steeds plaats. Ook vandaag de dag worden de resusapen opgesloten en dorstig gehouden. Er wordt geboord in de schedel en er worden elektroden in de hersenpan geplaatst, om de arme dieren na een aantal jaren bewezen diensten m.b.t. hersenonderzoek af te maken. Hieronder volgt een tijdlijn van veertig jaar apenproeven en onze strijd voor hun vrijheid.

1976

Stan Gielen was een van de eerste onderzoekers die betrokken was bij de publicaties over dierproeven op apen in Nijmegen. In zijn proefschrift1 beschrijft Gielen hoe de apen klaargestoomd worden voor gebruik in hersenonderzoek. De dieren ondergaan eerst een operatie waarbij een gaatje geboord wordt in de schedel om de nodige apparatuur voor de hersenmetingen aan te brengen. Ter afwerking wordt met tandheelkundig cement een aluminium 'kroon' op de schedel bevestigd. Deze kroon dient om het hoofd van de apen te fixeren tijdens de experimenten. Na een korte herstelperiode worden ze vervolgens ingeschakeld voor experimenten waarbij hun hersenactiviteit gemeten wordt.

Bij de proefaap is voorafgaande aan de experimenten een metalen ringetje ingeplant onder het ooglid. Het ringetje maakt het mogelijk om de oogbewegingen van de aap te registreren. Het dier is getraind om zijn blik op een beeldscherm te fixeren en krijgt druppels sap als hij dat lang genoeg kan volhouden, op de manier zoals de onderzoekers van hem verlangen. De aap zit in een primatenstoel, de 'kroon' op zijn schedel is vastgemaakt aan de stoel om de aap te beletten zijn hoofd te bewegen. Wat opvalt in de eerste publicaties is dat er nog geen moeite wordt gedaan om uit te leggen waarom deze experimenten noodzakelijk zouden zijn.

1997

In de Groene Amsterdammer werd in 1997, vlak voor Kerstmis, een artikel1 met foto gepubliceerd genaamd Dier & Mens. In een piepkleine kooi zat het aapje Shakti. Naast hem stond de trotse directeur van het proefdiercentrum in Nijmegen. Op de foto is duidelijk de open schedel te zien waar met tandheelkundig cement een stalen kap is vastgemaakt. Shakti 's taak was om drie uur per dag op knoppen te drukken voor een hand- en oogcoördinatietest. Volgens de directeur vindt Shakti dat erg leuk, zeker omdat hij daarna altijd zijn appelsap krijgt. De overige eenentwintig uur zit hij in deze kooi. ‘Maar als dierenvriend zal ik goed voor hem zorgen. Wellicht zit hij er over vijfentwintig jaar nog. Als hij het goed blijft doen.’ Shakti overleefde het dierproefcentrum niet. Hij werd afgemaakt.

2005

In de lente van 2005 werd de betrokken Radboud-onderzoeker John van Opstal geïnterviewd voor de website Kennislink.1 Hij nam in de jaren 80 het stokje over van Stan Gielen. Het artikel wierp een interessante blik in de keuken van het proefdiercentrum. De onderzoeksmethoden zijn in al die jaren nauwelijks veranderd. ‘Eerst moeten we de aap trainen om te kijken naar waar het geluid vandaan komt. Dat zal een paar maanden duren. Ieder van ons traint een eigen aap. Een dag voor het experiment krijgt hij nauwelijks water. Op de ochtend van het experiment rijden we hem – gewoon met een karretje over de gang – naar onze geluids- en lichtdichte kamer. Eerst leren we hem met een hendel te reageren op licht, de beloning is een druppel water. Daarna moet hij leren om precies te kijken naar de plaats van een lichtflits. Vervolgens gaan we over op geluid.’

2010

Robert Molenaar, de huidige directeur van Animal Rights, bezocht in 2010 het proefdiercentrum in Nijmegen. Molenaar: 'Ik keek door een raampje en zag daar kale kooien met een aantal proefapen erin. Het was zo'n triest gezicht. Dat was het moment waarop ik besloot om de strijd voor hun vrijheid aan te gaan. Achteraf bleek dat er nog een kamer was waar proefapen zaten opgesloten. Deze hebben ze tijdens de rondleiding bewust overgeslagen.’

In het blad van de Biotechnologische Vereniging stond een uitgebreid dubbelverslag van het bezoek van Molenaar aan het Centraal Dierenlaboratorium (CDL). De directrice en Molenaar stuurden allebei hun eigen bevinden op naar het blad. Molenaar: ‘Wat me veruit het meest verontrust zijn de drie mannetjesapen die in nauwe kooien zitten opgesloten. Ze zitten geïsoleerd van elkaar – anders zouden ze elkaar de kooi uitvechten – en kunnen zich op geen enkele wijze “aap voelen”. Voor enig vertier staat er een televisie tegenover de kooi. Het is dier- en mensonwaardig om apen op zo'n manier op te sluiten.’ 1

2011

Op Valentijnsdag overhandigde de dierenrechtenorganisatie maar liefst 16.000 handtekeningen aan de toenmalige voorzitter van de Radboud Universiteit.1 De media sprong bovenop het verhaal. De Radboud Universiteit kwam met een persbericht2 waarin o.a. stond dat 'de universiteit van mening was dat gezien de veranderingen in het denken over proefdiergebruik het onderzoek met apen moet afnemen... Bestaand onderzoek zal worden voortgezet, maar alleen indien herhaalde toetsing op wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie positief uitvalt.'

Rond Wereldproefdierendag, 24 april verscheen naar aanleiding van ons protest een groot artikel in de NRC Next met de kop: zij sterven voor de wetenschap. Onderzoeker John van Opstal komt ook aan het woord. Hij beschrijft hoe het vijfjarige aapje Tyr 'meewerkt' aan de experimenten. ‘We geven ze dan ’s ochtends niets te drinken, zodat ze dorst hebben. Uiteindelijk verdienen ze op testdagen voldoende water.’[^7]

Door de opgevoerde maatschappelijke druk wordt het aantal apen teruggebracht en de huisvesting verbeterd. Dat moet ook wel, nadat de inspectierapporten van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zeer negatief bleken te zijn over de (verouderde) kleine en donkere kooien van de proefapen.3 Bovendien krijgen de onderzoekers er van langs: de apen worden met vangstokken gevangen om ze te dwingen in de primatenstoel te gaan zitten. De apen krijgen weliswaar grotere kooien maar zijn nog steeds verstoken van daglicht en frisse buitenlucht. De experimenten4 zijn nagenoeg hetzelfde als in 1976…

2012

De Radboud Universiteit reageert in het jaarverslag Code Openheid Dierproeven1 dat proeven met resusapen vooraf beoordeeld wordt door een nieuwe commissie van eminente Radboudwetenschappers. Deze commissie zal voortaan de wetenschappelijke en medische urgentie van elk onderzoeksvoorstel met resusapen beoordelen. Alleen als er een wetenschappelijke of medische doorbraak te verwachten is, krijgt de onderzoeker toestemming zijn voorstel door te zetten en hier fondsen voor te gaan werven. Met geen woord wordt er gerept over de vele decennia vruchteloze dierproeven op apen die vooraf gingen aan hetzelfde type onderzoek.

2014

Molenaar schuift opnieuw aan bij Gerard Meijer, de voorzitter van het College van Bestuur, Merel Ritskes-Hoitinga, de directrice van het proefdiercentrum en Stan Gielen, inmiddels decaan aan de universiteit. Een jaar eerder werden tijdens de bespreking nog de woorden uitgesproken dat de apenexperimenten stopgezet zouden worden. Het blijken loze woorden te zijn. Het aantal gehouden apen vermindert wel. Er zitten op dat moment nog vijf apen opgesloten in het proefdiercentrum.

Inmiddels is er in opdracht van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Economische zaken het rapport 'Gebruik van niet-humane primaten als proefdier - nut en noodzaak?' verschenen.1 Het rapport is gekleurd; deze wordt namelijk opgesteld door de voormalig apen-proefdiernemer Stan Gielen. De conclusie laat zich dan ook snel raden: apen blijven nodig voor onderzoek naar infectieziekten en hersenaandoeningen.

De Radboud Universiteit maakt handig gebruik van het KNAW-rapport door in het nieuwe jaarverslag Code Openheid Dierproeven2 te stellen dat 'dergelijk onderzoek aanvaardbaar is en vooralsnog onmisbaar, zolang het doel van het onderzoek goed beargumenteerd en toetsbaar is. De noodzaak van het onderzoek moet altijd duidelijk zijn.' De testmethoden blijven nagenoeg hetzelfde in 2014 3 als in 1976: de apen worden nog steeds opgesloten en dorstig gehouden. Er wordt geboord in de schedel en elektroden in de hersenpan geplaatst om de arme dieren na een aantal jaren bewezen diensten af te maken.

Volgens het jaarverslag van de Radboud Universiteit is 'fundamentele kennis op dit gebied zeer belangrijk om uiteindelijk naar toepassingen te komen, om uiteindelijk patiënten met hersenziektes zoals ADHD, schizofrenie en de ziekte van Parkinson te kunnen helpen.’ Fundamenteel basisonderzoek staat haaks op de eerdere belofte dat de experimenten niet meer goedgekeurd zouden worden als er geen wetenschappelijke of medische doorbraak te verwachten is.

2015

Beu van de loze beloften en pr-praatjes haalt Animal Rights opnieuw de landelijke media: onder meer de Telegraaf pakt groots uit met de kop 'proefapen lijden voortdurend dorst’.1 Gedurende de experimentele periodes waarin de hersenmetingen plaatsvinden, wordt de watervoorziening van de apen beperkt. Zij krijgen in 24 uur slechts 20 ml water per kilo lichaamsgewicht.2 De Radboudapen wegen gemiddeld negen kilo, wat neerkomt op 180 ml water per 24 uur. Dat is amper een gemiddeld glas water (een standaard flesje mineraalwater bevat 250 ml). Ook in het weekend, als de onderzoekers vrij hebben en de experimenten niet plaatsvinden, wordt de waterrestrictie nog streng aangehouden. Dan krijgen de apen 400 ml water i.p.v. de 180 ml die ze op doordeweekse dagen krijgen.

Ook politici duiken bovenop het onderwerp en er worden kamervragen gesteld aan de staatssecretaris. Volgens de Radboud Universiteit zitten er nog twee proefapen in het laboratorium en zal er een nieuwe evaluatie komen.

2016

Op 15 november overhandigden Robert Molenaar en Nadine Lucas namens Animal Rights ruim 27.000 handtekeningen aan de rector magnificus van de Radboud Universiteit, de heer Han van Krieken. Hierop volgde een zeer positief gesprek. Hij heeft besloten dat de Radboud apen naar Stichting AAP mogen. Tevens komt er een einde aan veertig jaar apentesten in het proefdiercentrum van de universiteit.

De universiteit dreigde eerder nog de proefapen af te maken omdat ze niet meer nodig waren. Dankzij de intensieve mediacampagne van Animal Rights en de 27.000 opgehaalde handtekeningen is het ons gelukt. De Radboud apen mogen nu eindelijk met pensioen!