Main content

Inhoud

Ondanks erkenning intrinsieke waarde discrimineert NVWA tussen diersoorten

Nieuws: 17 januari 2020
Slacht

Animal Rights heeft al regelmatig aandacht besteed aan het vreselijke leed dat veroorzaakt wordt door het vangen van vleeskuikens, leghennen, eenden en kalkoenen. Hoewel de Wet dieren de intrinsieke waarde van ieder dier erkent, discrimineert de NVWA tussen de diersoorten. Bij ‘pluimvee’ mag 2% van de dieren aankomen bij het slachthuis met gebroken vleugels of poten zonder dat de NVWA optreedt. Dat zou bij varkens en runderen tot volkswoede leiden; zij mogen met botbreuken niet vervoerd worden.

Recent geval

Onlangs ging een pluimveehoudster in beroep tegen de haar opgelegde boete van 1500 euro. De kippen waarvoor zij verantwoordelijk was bleken bij aankomst in het slachthuis een vangletselpercentage van 3,2% te hebben. 1 De boete is natuurlijk al belachelijk laag voor het aangerichte leed. Bij 3,2% van de 35.759 aangevoerde kippen gaat het om meer dan 1100 levende voelende wezens met "ernstige tot zeer ernstige bloedingen en fracturen van vleugels”. Gelukkig verklaarde het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) het hoger beroep op 10 december 2019 ongegrond.

Volgens het CBb heeft de pluimveehoudster er niet voor gezorgd dat de kuikens bij het vangen en laden juist werden behandeld. Zij is als pluimveehoudster verantwoordelijk voor naleving van de voorschriften, aldus het College.

Hoe gaat een vangletseltelling in zijn werk

Bij het screenen van een koppel van 35.759 vleeskuikens zag de toezichthouder met mest besmeurde kuikens, 3 dieren met spreadlegs en 3 rugliggers. Op de panklaar-afdeling werden bij de zogenoemde postmortem-screening 625 karkassen beoordeeld, waarbij 11 karkassen bij de vleugels donkerrode tot paarse bloedingen hadden.

Naar aanleiding van deze bevindingen werden twee vangletseltellingen van 2 minuten uitgevoerd. Tussen beide tellingen zat ongeveer 30 minuten. Bij een bandsnelheid van 7.500 dieren per uur zag de toezichthouder twee keer 250 dieren voorbijkomen. Bij de eerste telling werden 10 kuikens met vangletsel gezien (10/250x100%=4%). Bij de tweede telling ging het om 6 dieren (6/250x100%=2,4%). Aan de hand van deze tellingen werd een vangletsel van 3,2% ((4%+2,4%)/2=3,2%) berekend, waarbij het ging om ‘ernstige tot zeer ernstige bloedingen en fracturen van vleugels’. 1