Main content

Inhoud

De heksenjacht op steenmarters in Friesland

Nieuws: 18 mei 2025
Jacht

De intensieve veehouderij zorgt niet alleen voor ontzettend veel onrecht en leed bij dieren, maar tast ook de natuur aan en daarmee de leefomgeving van wilde dieren. Het staat vast dat de grootste oorzaak van de achteruitgang van weide- en akkervogels intensieve landbouwpraktijken zijn. Weilanden met kruiden en bloemen die insecten aantrekken en voorzien zijn van een rijk en gezond bodemleven, zijn vervangen door ‘grasfalt’ van Engels raaigras en over-bemeste monoculturen van mais voor veevoer.

Boeren en jagers grijpen de achteruitgang van weide- en akkervogels aan als een relatief nieuw excuus voor de voortzetting van hun eeuwenoude heksenjacht tegen predatoren, zoals vos, marter, verwilderde kat en kraaiachtigen.

Jagers in Friesland willen tot en met 2026 ieder jaar tussen 1 december en 30 juni in 21 gebieden maximaal 429 steenmarters afmaken, zogenaamd ter bescherming van weidevogels. De jagers schreven daarvoor een Faunabeheerplan dat op 21 december 2021 door de provincie werd goedgekeurd. Op 20 september 2022 dienden ze een aanvraag voor een ontheffing in.

Jagers en provinciebestuurders vormen over het algemeen twee handen op één buik dus de goedkeuring van jagersplannen is dan slechts een formaliteit.

Op 2 december 2022 verleende het college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslan aan de Faunabeheereenheid Fryslan een ontheffing om steenmarters af te maken ter bescherming van weidevogels. Op 9 februari 2023 werd het verzoek om een voorlopige voorziening van Animal Rights, Fauna4Life en de Marterstichting gedeeltelijk toegewezen. Op 5 september 2023 heeft de provincie het bezwaar van de natuurbeschermingsorganisaties afgewezen. Daartegen hebben de organisaties beroep ingesteld en de voorzieningenrechter (opnieuw) gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.

Met een uitspraak op 24 november 2023 werd de voorlopige voorziening opnieuw toegewezen, maar (opnieuw) met een wat laf, niet onderbouwd Salomonsoordeel: ”De voorzieningenrechter stelt in het kader van de te maken belangafweging voorop dat hij zowel een groot belang hecht aan de stand van de grutto en de overige weidevogels in Fryslân als een groot belang hecht aan de steenmarter die daar zijn natuurlijke habitat heeft.”

Omdat er sprake is van onzekerheid over de werkelijke omvang van de steenmarterpopulatie en ook onduidelijk is wat de gevolgen zijn van het vangen en aansluitend doden van 429 steenmarters voor de gunstige staat van instandhouding van de steenmarter ”matigt” de rechter het vangen en doden van steenmars tot maximaal 200 steenmarters.

De provincie wist niet te motiveren waarop het aantal van 429 steenmarters is gebaseerd en dat deed de rechter ook niet voor het aantal van 200. De geciteerde rapporten over het aantal steenmarters dat in Friesland zou leven, wijken sterk van elkaar af. In 2023 werden ‘slechts’ 140 steenmarters gedood op grond van de ontheffing.

Ook is de rechter van mening dat de provincie onvoldoende heeft onderbouwd waarom rasters en watergangen geen andere bevredigende oplossing zijn.

Op 3 juni om 13:30 uur vindt de beroepszitting plaats bij de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen (Guyotplein 1).

Update - Winst voor steenmarters én weidevogels in Friesland!!!

In de uitspraak van de meervoudige kamer van de rechtbank Noord-Nederland van 3 oktober 2025, in de zaak van de ontheffing voor het vangen en doden van steenmarters ter bescherming van de weidevogel(legsel)s, verklaarde de rechtbank de beroepen gegrond.

Het besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân is onvoldoende toereikend gemotiveerd. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. De rechtbank verwacht dat Fryslân niet op korte termijn de geconstateerde gebreken zal kunnen herstellen.

De rechtbank ziet daarom aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat geen gebruik mag worden gemaakt van de verleende ontheffing tot zes weken nadat opnieuw is beslist op het bezwaar.

De zaak was aangespannen door Animal Rights, Fauna4life, de Marterstichting en de Faunabescherming.

De organisaties betogen dat het wettelijke belang van de bescherming van flora en fauna niet kan worden bereikt door het vangen en doden van steenmarters zolang de biotoop voor de weidevogels niet in orde is. Alleen in een weidevogelbiotoop van voldoende kwaliteit zou een verhoogd nestsucces kunnen leiden tot een grotere populatie. Als kuikens niet kunnen overleven, verbetert de stand van de weidevogels niet. Door het verwijderen van natuurlijke vijanden wordt het uitkomstpercentage van de eieren kunstmatig hoog gehouden, terwijl kuikenoverleving laag zal blijven zolang de gebieden onvoldoende op orde zijn.

Verder betwisten de natuurbeschermingsorganisaties het causale verband tussen het vangen en doden van steenmarters en het broedsucces, zoals dat door de provincie wordt gesteld. Daar komt bij dat het afschieten van de steenmarters zal leiden tot predatie van de weidevogels door andere dieren. Deze natuurlijke gang van zaken is onvermijdelijk; predatie hoort bij het natuurlijk proces.

De provincie moet toetsen of er geen redelijke alternatieven zijn en of door de ontheffing geen afbreuk wordt gedaan aan de staat van instandhouding van de betrokken soorten. Als het doden van de betrokken dieren geheel of gedeeltelijk vermijdbaar is door het treffen van geschikte en proportionele mitigerende maatregelen, is het niet verlenen van de ontheffing of vrijstelling, of het daarbij voorschrijven van dergelijke maatregelen, uitgangspunt.

Helaas oordeelt de rechtbank dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat het vangen en doden van steenmarters bijdraagt aan de bescherming van weidevogels en dat er sprake is van een gunstige staat van instandhouding van de steenmarter in de provincie.
Ook vindt de rechtbank dat het volledig (elektrisch) afrasteren van de gebieden niet haalbaar is.

Maar - belangrijk voor alle weidevogelzaken - de rechtbank is ook van oordeel dat optimaal weidevogelbeheer aangemerkt kan worden als een “andere bevredigende oplossing”.
Landschapsbeheer is daarmee niet alleen noodzakelijk voor het verbeteren en uitbreiden van de habitat van de weidevogels, maar vormt ook een alternatief beschermingsmiddel tegen aanvallen van steenmarters.

De rechtbank is van oordeel dat de provincie niet aannemelijk heeft gemaakt dat het weidevogelbeheer in de ontheffingsgebieden daadwerkelijk op orde is. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet aannemelijk gemaakt dat optimaal weidebeheer geen andere bevredigende oplossing zou bieden. De rechtbank stelt vast dat in de voorbije jaren niet voldoende resultaat is geboekt in het creëren van een geschikte leefomgeving voor de weidevogels. Dat kan echter niet tot de conclusie leiden dat er geen andere bevredigende oplossing bestáát. Daarmee is in elk geval niet voldoende gemotiveerd dat wordt voldaan aan alle (cumulatieve) voorwaarden waaraan een ontheffing op grond van de wet moet voldoen.

Dit is een belangrijke uitspraak, niet alleen voor predatoren als de steenmarter, maar ook voor de weidevogels. Eindelijk zijn er rechters die een provincie niet laten wegkomen met symptoombestrijding in de vorm van een massamoord op roofdieren, maar een provincie dwingen om eerst de weidevogelgebieden op orde te brengen. Dit is van groot belang voor de weidevogels en dit deel van deze uitspraak is dus winst voor de weidevogels én predatoren!

Er was nog een punt waarop de organisaties gelijk kregen: De rechtbank is van oordeel dat gezien het strikte karakter van de Wet natuurbescherming en de strenge voorwaarden die gelden, een ontheffing alleen kan worden verleend voor het doden van een aantal dieren als het aantal dieren niet groter is dan strikt noodzakelijk. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Fryslân onvoldoende gemotiveerd waarom er een ontheffing is verleend voor 429 steenmarters. Uit de verklaringen van het college ter zitting blijkt namelijk dat bij het verlenen van de ontheffing niet is beoordeeld of er ook ontheffing kon worden verleend voor het vangen en doden van een kleiner aantal steenmarters.

Fryslân moet dus binnen zes weken een nieuw besluit nemen op de bezwaren van de organisaties en kan binnen diezelfde tijd hoger beroep instellen. Tot die tijd mogen er in Fryslân in ieder geval geen steenmarters worden gedood.

Dierenrechten in de grondwet TEKEN DE PETITIE! Animal Rights wil dat alle dieren in Nederland, wild en in gevangenschap, als (staats)burgers, (rechts)personen en ingezetenen erkend worden en grondwettelijk verankerde rechten krijgen. Animal Rights

Teken nu de petitie

Ja, je mag mij bellen op het volgende nummer