Main content

Inhoud

De 5 meest gestelde vragen over zuivel

Nieuws: 15 juli 2022
Slacht

Het eten en drinken van dierlijk zuivel is gelukkig niet meer vanzelfsprekend. Campagnes en undercoverbeelden van Animal Rights en andere organisaties tonen het trieste bestaan van dieren in de zuivelindustrie en doen suggesties voor lekkere en gezonde plantaardige zuivelvarianten.

Animal Rights krijgt dan ook steeds vaker berichten van mensen die zich beter willen informeren over zuivel. We hebben de vijf meest gestelde vragen over zuivel op een rijtje gezet én beantwoord.

1. Koeien geven toch gewoon melk?

Koeien, schapen en andere zoogdieren geven pas melk wanneer ze een kind krijgen. Net als mensen. Die melk noemen we moedermelk en is bestemd voor het kind. Afhankelijk van het diersoort stoppen de nakomelingen na een aantal weken of maanden met het drinken van de moedermelk. Ze hebben geen moedermelk meer nodig en gaan over op vast voedsel.

Koeien geven dus niet vanzelf melk, maar worden elk jaar kunstmatig geïnsemineerd om weer een jong te baren en dus de melkproductie op gang te houden. Na de geboorte worden moeder en kind vrijwel direct van elkaar gescheiden zodat de consument de moedermelk kan drinken. Koeien kunnen in een zodanige cyclus zwanger gemaakt worden dat het proces van kalveren en melk geven hun hele korte leven bijna continu doorgaat. Als een koe rond haar zesde naar het slachthuis wordt gebracht, heeft ze meestal vijf kalfjes gekregen.

2. Ik heb gehoord dat koeien meer melk geven dan een kalfje kan drinken. Dus dan moeten ze toch gewoon gemolken worden?

Net als bij mensen, en andere zoogdieren, stopt de melkproductie van de moeder wanneer het kind niet meer bij haar drinkt. Het is dus niet zo dat koeien gemolken moeten worden omdat ze anders hun melk niet 'kwijt kunnen'.

Het klopt wel dat koeien in de hedendaagse zuivelindustrie veel meer melk produceren dan 'natuurlijk' is. In 1910 gaf een gemiddelde melkkoe 2500 liter melk per jaar. Nu is dat meer dan drie keer zoveel: zo'n 8000 liter melk per jaar. Omgerekend (met de tijdelijke 'droogzetting' van de dieren meegerekend) is dat 25 liter per dag.1 Dat is een enorme uitputtingsslag voor het dier.

De gigantische toename in melkproductie is 'doelmatige aanfok'. Dat betekent dat koeien doelgericht worden gefokt om steeds meer melk te produceren. Want hoe meer ze produceert, hoe meer geld er aan haar wordt verdiend. De meeste melkkoeien gaan op hun zesde naar het slachthuis om daar tot hamburgers en gehakt te worden verwerkt. Tegen die tijd is ze niet meer 'rendabel' voor de veehouder.

3. Waarom moeten jonge stiertjes dood? Wat heeft dat met zuivel te maken?

Nadat het kalfje van de moederkoe is gescheiden wordt het overgebracht naar een ‘eenlingenbox.’ Daar blijft het kalfje tot het acht weken oud is. Als het kalfje vrouwelijk is, is de kans groot dat ze, net als haar moeder, een triest bestaan als melkkoe tegemoet gaat. De andere kalfjes, onder wie natuurlijk de stiertjes, worden overgebracht naar een vetmesterij als ze ongeveer twee weken oud zijn. Stiertjes kunnen immers geen melk geven en zijn daarom verder niet van waarde in de zuivelindustrie. Dit geldt natuurlijk ook voor andere jongen van het mannelijk geslacht, zoals bokjes.

De meeste vleeskalfjes krijgen in de vetmesterij een speciaal dieet waar bewust te weinig ijzer in zit: daar krijgen ze bloedarmoede van en dat levert ‘mooi’ blank kalfsvlees op. Na zes tot acht maanden worden ze geslacht. Andere kalfjes worden gebruikt voor ‘rosé kalfsvlees’. Zij krijgen kracht- en ruwvoer en worden na ongeveer tien maanden geslacht. Na twaalf maanden worden de dieren 'runderen' genoemd en hun vlees 'rundvlees'. In totaal is zo'n 30 procent van de kalveren bestemd voor vervanging van de 'melkveestapel' en 70 procent gaat naar de vleesindustrie.1

Animal Rights maakte in 2018 trieste undercoverbeelden van kalveren die gehouden werden voor 'blank' kalfsvlees.

4. Ik koop alleen biologische melk en kaas, dat kan toch wel?

Een biologische melkveehouderij verschilt op een aantal punten van een 'gewone' melkveehouderij. Zo wordt er geen gebruik gemaakt van kunstmest of van chemische onkruidbestrijders. En dat is natuurlijk veel beter voor het milieu.

De verschillen ten aanzien van het leven en dood van de dieren zijn kleiner. Koeien op een biologisch bedrijf komen vaker buiten: ze mogen minimaal 180 dagen per jaar, 8 uur per dag in de wei en hebben ruimere ligplekken.1 Maar in essentie blijft het systeem gelijk. Koeien worden steeds opnieuw geïnsemineerd om de melkproductie op gang te houden, de kalfjes worden bij de moeder weggehaald, de stiertjes gaan naar de slacht en ook alle melkkoeien worden afgedankt wanneer ze niet meer genoeg opbrengen.

5. Ik ken een boer die de kalfjes bij de moeder laat, dan is het toch goed?

Er zijn veehouders, meestal met een bio-dynamisch bedrijf, die de kalfjes enige tijd bij de moederkoe laten. Dat kan betekenen dat het kalfje bij de moeder mag drinken en dat er dus minder overblijft voor commerciële doeleinden. De koeien leven ook wat langer dan in de gangbare industrie omdat ze minder snel uitgeput raken.

Na enkele maanden gaan de kalfjes over op ander voer en gaat de hele melkproductie weer naar de ondernemer. Er is geen keurmerk dat 'controleert' of een kalfje wel echt bij de moeder mag blijven.1 En natuurlijk is dat 'blijven' ook relatief: uiteindelijk moeten de kalfjes wel bij de moederkoe worden weggehaald omdat de ondernemer nu eenmaal geld verdient aan de verkoop van de melk. Bovendien gaan de stiertjes, als restproduct van de zuivelindustrie, ook in dit geval naar het slachthuis. En al leven ze een paar jaar langer: de moederkoeien eindigen ook als gehakt wanneer ze niet meer genoeg melk produceren.

Bekijk ook de serie 'Slachten voor zuivel: undercover bij slachthuis Gosschalk'. Je vindt hier deel 1 over misstanden bij verdovingen, deel 2 over de moederkoeien en deel 3 over de kalveren.