Main content

Inhoud

Wolf

Blog: 7 mei 2019
Animal Rights

In Noord-Amerika is er veel discussie over hoeveel soorten en ondersoorten wolven er precies zijn en welke namen die dan zouden moeten dragen. Die verdeling in soorten en ondersoorten is vooral een menselijke obsessie. Wolven, honden en coyotes kunnen zich onderling voortplanten en vruchtbare nakomelingen voortbrengen en zijn dus volgens de natuurwetten één soort.

Lees ook: Terugkeer van wolven in de Lage Landen

Roedel

Het jagen in een groep is de belangrijkste aanpassing die de wolf heeft als roofdier. Door als een roedel te jagen kunnen ze dieren overmeesteren en consumeren die veel groter zijn dan zij zelf.

De verschillende leden van een roedel vertegenwoordigen verschillende persoonlijkheden, van extroverte durf-als tot introverte terughoudende individuen. De persoonlijkheid van de leiderwolven reflecteert ook op de groep en de combinatie van alle leden definieert het groepskarakter.

In principe genieten de eigen roedelleden genegenheid en steun en wordt er naar buiten toe territoriaal gedrag tentoongespreid, indien nodig gewelddadig en intolerant. Een wolvenroedel is een stam, een natie.

Leiders

De leidinggevende persoonlijkheid moet mentaal sterk en sociaal intelligent zijn, een natuurlijke autoriteit uitstralen en zich niet overheersend gedragen. Als een leider overlijdt neemt de volgende met ervaring en bovenstaande kwaliteiten de plaats in. Leiderparen blijven gewoonlijk voor het leven bij elkaar. Het idee van alles controlerende alfa-leiders, die als eerste eten, als enige paren, is achterhaald. Een roedel is veel meer een sociale familiegroep met een leidend ouderpaar, hun eerste en tweedejaars nakomelingen met eventueel ooms en tantes en mogelijk geadopteerde vreemdelingen, die ieder hun eigen plaats, waarde en kwaliteiten hebben.

Roedels kunnen uit twee tot wel dertig leden bestaan, maar normaal is tussen de vijf en tien. Roedel-grootte heeft minder te maken met de kans op jachtsucces en het doden van prooi, dan met het optimale gebruik van voedsel als een prooi eenmaal gedood is. Een roedel geeft voedselconcurrenten minder kans.

Terugkeer

Zowel in de Verenigde Staten als in West Europa is de terugkeer van de wolf vooral een keuze van de wolven zelf. Wolven zijn acht uur per dag in beweging waarin ze zich over zo’n 70 kilometer kunnen verplaatsen, maar op hun lange poten kan een zwervende of opgejaagde wolf wel 200 kilometer per dag afleggen.

Mannetjes wegen 30 tot 50 kilogram en vrouwtjes 25 tot 35 kilogram. Ze zijn 150 tot 195 centimeter in lengte, inclusief de bijna halve meter staart. Hun schouderhoogte ligt tussen de 65 en 80 centimeter. Wolven zijn over het algemeen kleiner en lichter in warme regio’s en groter en zwaarder dichter naar de pool.

Gehard

De wolf lijkt geëvolueerd voor leven in diepe sneeuw met de lange poten, brede voeten en slanke borstkas. De wolf is goed beschermd tegen de kou met de donsachtige, dichte onderlaag en de lang-harigere, glanzende bovenlaag van hun vacht.

Wolven zijn ongelofelijk gehard. Ze overleven verwondingen die andere dieren zouden doden en zijn bestand tegen vele ziekten die niet gevaccineerde honden het leven zouden kosten.

In het wild leven ze vijf tot zes jaar, negen tot elf in gebieden met voldoende wild en zonder jacht. Ook bij wolven gaat met de leeftijd het zicht achteruit, wordt het gehoor minder scherp, duurt herstel langer en heeft hitte een grotere impact. Daarnaast is er de accumulatie van letsel over de jaren, de inwerking van doorstane ziektes, en schade aan het gebit.

Oudere dieren, ook zij die niet meer kunnen jagen, delen vaak nog mee in de buit, want de hele familie profiteert van die ervaring in hun midden. De ‘normale’ manier van sterven voor een wolf is echter verhongering of gedood worden door andere wolven, en wanneer de mens in het spel is: geweer, verkeer, val, strik of vergif.

Mens

De grootste dreiging voor wolven is dan ook hun interactie met dieren gehouden door mensen. Wolven eten soms huisdieren op, doden honden die ze als concurrent of bedreiging zien, en jagen op schapen en kalveren. Een einde aan de veehouderij en dieren als bezit van mensen zou dus ook het imago van de wolven helpen.

Het is onwaarschijnlijk dat wolven mensen zullen aanvallen, maar het blijven roofdieren en ze moeten dus met respect en voorzichtigheid behandeld - en met rust gelaten - worden. Wolven hebben geleerd dat mensen dodelijk zijn en zullen deze vermijden. De tweebenige houding van de mens definieert ze niet als prooi en die lengte van de mens de hoogte in, schrikt mogelijk af. Een aanval is meestal een reactie op vlucht; een standvastig dier wordt zelden aangevallen. Over het algemeen kunnen we zeggen dat niet de wolf een gevaar is voor de mens, maar dat de mens een gevaar is voor de wolf.

Het meeste van de wolvenpersoonlijkheid is aangeleerd, cultureel dus en geen genetisch geprogrammeerd instinct. Wat is aangeleerd kan weer afgeleerd, zoals de angst voor mensen. Dit is duidelijk waarneembaar bij de wolven in de Yellowstone en Denali nationale parken in Noord Amerika, die zich weinig van de toeristen aantrekken.

Animal Rights vertrouwt er op dat de mensenmaatschappij als geheel langzaam aan een beetje wijzer en een beetje toleranter wordt. We hebben een tweede kans gekregen om fatsoenlijk samen te leven met wolven, laten we die respectvol benutten.

Zwerven

Het roedel bevordert de overlevingskansen voor een wolf en dus is de motivatie om bij de familiegroep te blijven groot. Zoals binnen alle stamverbanden zijn echter eigenbelang en groepsbelang vaak in conflict. Bijvoorbeeld in de mogelijkheid tot voortplanten en toegang tot voedsel. Individuen kunnen ontevreden zijn met hun status, er kan te weinig voedsel zijn in het huidige leefgebied of ze kunnen verdrongen worden, vooral tijdens het paarseizoen als de spanningen wat hoger oplopen. Dieren die zich afsplitsen, zowel mannetjes als vrouwtjes, zijn meestal jaarlingen of tweejarigen.

Afsplitsing is een grote stap voor een sociaal dier. Alleen jagen is moeilijker, zeker op onbekend terrein. Je loopt de kans een ander wolf territorium in te lopen en te worden gedood. En dan zijn er nog de mensen met hun voertuigen en wapens. Veel zwervers sterven in het verkeer, door mensenhand na aanvallen op vee, of van de honger.

Zwervers kunnen tot 200 kilometer per dag afleggen. Ze zoeken onbezet territorium met voldoende voedsel en een partner om een nieuw roedel mee te stichten. Dit mechanisme voorkomt inteelt. Een zwervende wolf kan pogen een partner te vinden binnen een bestaand roedel en hopen opgenomen te worden, kan een territorium veroveren op een andere eenzame wolf, of zich vestigen aan de rand van een bestaand territorium in de hoop op het vinden van een partner bij de buren. Het is daarom ook zinloos om op wolven te jagen; de dood van een gevestigde wolf creëert een vrije ruimte voor de vestiging van zwervers.

Communicatie

Wolven communiceren via vocalisaties, lichaamstaal en geur. Het bekende ‘huilen’ wordt vooral gebruikt als er iets te verdedigen valt, voor de afbakening van het territorium of ter bescherming van een gedode prooi, maar ook als viering van een succesvolle jacht of tussen leden van een roedel om uit elkaars zicht toch in contact te blijven. Wolven blaffen ook ter verdediging van kroost en territorium.

Gezichtsexpressies kunnen agressie of onderdanigheid uitdragen. Het laten zien van de tanden, happen, bijten, het versperren van de weg, negeren, zacht aanraken en likken, zijn allemaal vormen van lichaamstaal en er zijn tenminste elf verschillende staarthoudingen bekend bij wolven.

Beide leiderdieren urineren door het oprichten van een achterpoot om geur hoog te verspreiden. Ze gebruiken slechts een paar druppels en door vervolgens hard te wroeten wordt de geur over een zo groot mogelijk oppervak verdeeld. Wolven lager in rang urineren zittend als de vrouwtjes bij honden. Door urineren worden grenzen afgebakend en de geursporen helpen bij de navigatie door het territorium. Ook uitwerpselen worden als markering gebruikt.

Territorium

Territorium grenzen zijn dynamisch. Territorium grootte fluctueert met roedel grootte en seizoen en is onder meer afhankelijk van prooi dichtheid; hoe meer prooidieren, hoe kleiner het territorium kan zijn. In midden Europa bedragen territoria 150 tot 350 km2, op de noordelijke toendra’s tot 1000 km2.

Onder normale omstandigheden zijn territoria jaar op jaar, generatie op generatie, stabiel. De kennis erover is ingeprent en wordt cultureel doorgegeven. Een territorium wordt vurig verdedigd en de meest voorkomende doodsoorzaak bij wolven (buiten menselijke moordlust) is het sterven in een territoriumgevechten met rivalen.

Habitat

De wolf geeft niet om wildernis of cultuurlandschap; de wolf is een cultuurvolger. Er is geen natuur volledig gevrijwaard van menselijke invloeden en wolven kunnen volledig aangepast tussen mensen leven, vaak onopgemerkt. De grootste wolvenpopulaties in Duitsland leven op militaire oefenterreinen en rondom buiten bedrijf gestelde open mijngroeven.

Voedsel

Ze eten alles aan vlees wat ze kunnen bemachtigen: vogels, vis, knaagdieren, hagedissen, insecten, wormen en rottend aas, maar hoefdieren (eland, wapiti, schaap, hert, rendier, bizon, muskus os) zijn het belangrijkst met in sommige gebieden, seizoens afhankelijk, zalm en bever. In west en midden Europa voornamelijk edelhert, ree en wild zwijn.

De productiviteit van het land en de klimaatwisselingen bepalen voornamelijk hoeveel prooidieren en dus wolven er in een bepaald gebied leven. Wolven bejagen vooral de zwakken, zieken, gewonden, jongen en ouderen. Door zieke dieren te doden spelen ze een belangrijke rol in het tegengaan van verdere verspreiding van die bepaalde ziekte.

Alleen als bijvoorbeeld door een strenge winter een kudde te zwak is om te vluchten richten wolven een slachting aan. Iets vergelijkbaars kan gebeuren met gedomesticeerde schapen, kalveren of alpaca’s opgesloten in een wei, of herten achter hekken in een kamp, die de vaardigheden om een roofdieraanval te overleven grotendeels kwijt zijn.

Biodiversiteit

Wolven horen bij de biodiversiteit en de natuurlijke balans. Ieder roofdier dat in staat zou zijn een prooi uit te roeien zou niet lang bestaan. Wolven zouden niet zo ver verspreid zijn als het makkelijk was voor hen om alle prooidieren in hun omgeving te doden.

Wolven zijn op hun hoede voor karkassen die ze niet zelf gedood hebben, net als raven. Mogelijk een generaties-lang bewaarde herinnering aan de vergiftiging-campagnes door de mens. Raven en wolven vertrouwen elkaar in een relatie die zich over lange tijd heeft ontwikkeld.

Jacht

‘Testen' is het lastig vallen van een kudde om de kwetsbare schakels te ontdekken. Daarna richt de focus van een roedel zich op dat ene uitgekozen, zwakke dier. Sommige gedomesticeerde dieren raken in paniek bij de nadering van wolven en vertonen precies dat gedrag dat wolven herkennen als dat van de zwaksten; wolven jagen bijna altijd op dieren die vluchten. Ieder lid van roedel heeft zijn eigen taak bij de jacht: het opdrijven, achtervolgen en aanvallen, tot het afmaken prooi (vaak door een van de leiderwolven).

Voortplanting

Hoefdieren komen meestal verzwakt uit de winter en zijn dan kwetsbaar voor wolven die op dat moment net een betrouwbare bron van voedsel nodig hebben dicht bij hun hol met welpen. Laat in de lente worden ook de hertenjongen geboren, zodat precies als de ouderdieren weer aangesterkt zijn, er een nieuwe kwetsbare bron van voedsel is voor wolven gebonden aan een klein gebied vanwege de jongen.

Nestholen zijn grotten, aangepaste holen van andere dieren of een ruimte onder een stapel rotsblokken of omgevallen boom. Zolang het maar droog, veilig, in goed jachtgebied en niet te ver van water ligt. Welpen worden geboren 63 dagen na het paren.

De moeder blijft bij de jongen, terwijl het roedel jaagt. De familie brengt voedsel terug voor de moeder zolang deze de welpen nog zoogt in het hol. Later braken de roedelleden half verteerd voedsel op voor moeder en kroost; weer wat later brengen ze hele stukken vlees mee terug.

De hele familiegroep zorgt voor de welpen. Ook oude of gewonde familieleden worden van eten voorzien en over het algemeen niet in de steek gelaten. Sterke familiebanden zijn een belangrijke bron van bescherming die helpen om te overleven.

De welpen worstelen en spelen om vaardigheden te leren voor de jacht en om een rangorde vast te leggen. Na 9 weken reizen de welpen mee met het roedel van het holengebied naar een ’rendez-vous zone’. Als het roedel een prooi doodt gaan de welpen vanaf dan mee naar de prooi in plaats van dat het eten hun gebracht wordt. Vroeg in de herfst gaat een roedel weer meer zwerven binnen het territorium met de welpen op sleeptouw. Ze zijn nog geen volwaardige jachtgenoten, en daarom meer tot last dan toegevoegde waarde, terwijl de prooidieren in die tijd juist op hun fitst zijn.

Welkom wolf

Spoedig kunnen de eerste welpen ook in Nederland en België geboren worden. Animal Rights wil de wolf een rijk en bloeiend leven zien leiden, naast ons, en daarbij bijdragen aan een ‘reset’ van de natuurlijke balans die door de mens verstoord is.