Main content

Inhoud

Was dit de laatste Groundhog Day in de Tweede Kamer?

Nieuws: 24 mei 2023
Dier­proeven

Op 9 mei vond het debat dierproeven plaats. Kamerleden gingen in gesprek met de minister van LNV (Piet Adema) en OCW (Robbert Dijkgraaf) over de voortgang op het dossier dierproeven. Of beter gezegd, het gebrek aan voortgang.

Kamerleden waren ontevreden over het nog altijd hoge aantal proefdieren, ondanks aangenomen moties en aandringen. Zelden was er zoveel eensgezind in de Kamer waar te nemen. Zowel de PvdA, GroenLinks, D66, de PVV, de PvdD als de VVD willen van dierproeven af, en snel. Hoewel ook Minister Adema dit beaamde probeerde hij tijdens het debat ook terug te vallen op de complexiteit van transities en het argument dat de praktijk weerbarstig is. De Kamer nam hier echter niet zomaar genoeg mee. Er werden uiteindelijk vier moties ingediend. Eén ervan werd aangehouden vanwege een toezegging van de minister;1de andere drie moties werden met een ruime meerderheid aangenomen.234


  1. Kamerstuk 32336, nr. 148 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) gaat over noodzaak voor de proefdiersector te creëren zodat er een echte verandering op gang komt. Bijvoorbeeld door het stellen van kwantitatieve reductiedoelen, een voorgeschreven afbouwpad, extra kosten van het gebruik van proefdieren of het verplicht en publiek verantwoorden van het gebruik van proefdieren. Minister Adema zei toe hiernaar te kijken en hierop terug te komen in de volgende Kamerbrief. De motie werd daarom aangehouden. 

  2. Kamerstuk 32336, nr. 145 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) stelt voor om te onderzoeken hoe de toepassing van systematic reviews (vooraf inventariseren welk onderzoek al is verricht, wat de resultaten daarvan zijn en wat het beste model is van een bepaald onderzoek) beter geïmplementeerd kan worden 

  3. Kamerstuk 32336, nr. 146 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) stelt voor om om te onderzoeken met de betrokken kennis- en onderwijsinstellingen hoe toepassing van systematic reviews vast onderdeel kan worden van medisch-biologische opleidingen 

  4. Kamerstuk 32336, nr. 147 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) vraagt de Minister om zich in Brussel hard te maken voor nieuwe technieken, in plaats van het diermodel, bij de herziening van de REACH-verordening. 

GROUNDHOG DAY

De Kamerleden waren zichtbaar geagiteerd tijdens het debat: “Dit debat is echt een soort Groundhog Day”, sprak Joris Thijssen, PvdA. “Ik moet constateren dat ik vorig jaar eigenlijk ongeveer hetzelfde debat heb gevoerd” vervolgde Thijssen, mede namens GroenLinks. “Het aantal dierproeven daalt niet een beetje, niet een fractie, maar gewoon niet” aldus Marc Haverkort van de VVD.

Frank Wassenberg (Partij voor de Dieren): “In 2021 is het aantal dierproeven weer gestegen. Het gaat nu richting de 0,5 miljoen. Dat kunnen we niet accepteren, dat mogen we niet accepteren en dat gáán we niet accepteren. Het is niet alleen slecht voor de vele proefdieren, maar ook voor de patiënt. Negentig procent van de geslaagde dierproeven heeft geen enkel nut voor de mens. Ze zijn simpelweg niet te vertalen naar de mens. Ze bieden dus valse hoop. Ze zetten de wetenschap meer op achterstand dan dat ze die vooruithelpen.”

ANIMAL RIGHTS BIJ HET RONDETAFELGESPREK

Dit jaar was er ter voorbereiding ook een rondetafelgesprek georganiseerd met o.a. wetenschappers en maatschappelijke organisaties. Ook Animal Rights mocht aanschuiven om de Tweede Kamer te informeren. De tendens van het gesprek was hoopvol. Volgens hoogleraar Merel Ritkes-Hoitinga is het wetenschappelijk gezien mogelijk om binnen tien jaar van alle dierproeven af te zijn. Voorzitter Dion Grauss (PVV) gaf aan dat hij zelden zoveel consensus had waargenomen onder deelnemers.

De uitkomst van de afgelopen weken is dan ook glashelder: de maatschappij wil van dierproeven af, de politiek is er klaar mee en de wetenschap is zover. Waarom blijven de resultaten dan achter en wordt er ieder jaar hetzelfde debat gevoerd? En belangrijker: wat kunnen we doen om dit te versnellen? Animal Rights zet de belangrijkste problemen voor je op een rijtje en geeft aanbevelingen.

PROBLEEM 1: DE DIERPROEF IS NOG STEEDS DE GOUDEN STANDAARD

Hoewel er steeds meer valide en succesvolle proefdiervrije technologieën op de markt komen lijkt het diermodel nog steeds als de gouden standaard te worden gehanteerd. Dit werd door zowel deelnemers aan het rondetafelgesprek als Kamerleden opgemerkt. “Mijn algemene beeld is dat de dierproef, de gouden standaard, nog als vanzelfsprekend wordt ingezet en dat het besef om andere technologie in te zetten nog onvoldoende is” (Haverkort, VVD).

Ook bij het rondetafelgesprek kwam naar voren dat er nog steeds wordt uitgegaan van de gouden standaard van de dierproef en de 3V’s: vervangen, verminderen, verfijnen. Er is echter al vier jaar geleden een motie aangenomen om afscheid te nemen van het 3V beleid en bij het vorige debat is er besloten naar het OMA principe over te stappen. Hierin staan de onderzoeksvraag, methode en analyse centraal. “Op die manier ga je niet langs de impliciete gouden standaard van de dierproef”, aldus Tjeerd De Groot van D66. De minister lijkt echter nog vast te houden aan het 3V beleid. “Ik hoor de gouden standaard tóch nog doorklinken in het betoog van de minister”, (De Groot, D66).

AANBEVELINGEN

  • Stap over op het OMA model (onderzoeksvraag, methode, analyse) model zoals geformuleerd in de (vorig jaar) aangenomen motie.

  • Integreer proefdiervrije methodieken in het curriculum om studenten hier van jongs af aan mee kennis te laten maken zodat ze hier vertrouwd mee zijn.

PROBLEEM 2: VERGUNNINGSPROCEDURES

Om een dierproef uit te mogen voeren dient er eerst een vergunning bij de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) te worden aangevraagd. Uit het rondetafelgesprek werd echter duidelijk dat weinig aanvragen daadwerkelijk worden afgewezen. Het probleem dat ons opviel is tweeledig.

Ten eerste worden er nog steeds algemene vergunningen afgegeven aan contractonderzoeksorganisaties (CRO’s). Dit is problematisch omdat hier ook testen worden gedaan waar inmiddels gevalideerde en geaccepteerde alternatieven voor bestaan, zoals huid- en oogtesten. Hoewel de CRO ieder jaar terug rapporteert kan de CCD van te voren niet beoordelen of het terecht is dat hier een dierproef voor wordt ingezet. Feitelijk is er niet voldoende informatie om zo’n vergunning te verlenen. “Het is wel een hele kwalijke zaak dat dat nog steeds gebeurt”, aldus Janneke Hogervorst van PETA.

Ten tweede is er in het vergunningstraject van de CCD geen concreet en duidelijk afgesproken punt waarop gecontroleerd wordt of er voldoende naar alternatieven is gekeken. Hoewel deze toetsing volgens Hellebrekers (CCD) en Adema (LNV) door het gehele traject verwerkt zit blijft dit een subjectieve aangelegenheid.

AANBEVELINGEN

  • Herzie de wet zodat 'algemene vergunningen' niet langer mogelijk zijn én trek huidige vergunningen in indien er wel een alternatief blijkt te zijn.

  • Zorg ervoor dat er voldoende naar alternatieven is gekeken door systematic reviews te verplicht op te nemen in het vergunningstraject zoals ook is voorgesteld in de onlangs aangenomen motie. Merel Ritkes-Hoitinga (Universiteit Utrecht) gaf aan dat door het gebruik van systematic reviews het aantal dierproeven in haar departement is gehalveerd, terwijl dit in de rest van Nederland stabiel is gebleven.

  • Verplicht een onderzoeker te borgen dat eenzelfde dierproef in de toekomst niet nogmaals uitgevoerd hoeft te worden.

PROBLEEM 3: VALIDATIE EN BEKENDHEID DIERPROEFVRIJE INNOVATIES

Ondanks de ontwikkeling van veel innovaties werd er ook gesproken over een zogeheten “death zone”. Er worden veel kansrijke en hoopvolle initiatieven ontwikkeld maar vaak valt het na die ontwikkeling stil en worden alternatieven onvoldoende gestimuleerd. Daarnaast belanden veel initiatieven in de spreekwoordelijke lade omdat er niet goed nagedacht wordt over de toepassing ervan. Tot slot worden dierproefvrije innovaties niet (voldoende) gevalideerd vanwege het gebrek aan structurele financiële middelen waardoor ze niet kunnen worden ingezet. Thijssen verwoordde dit pakkend: "We dwingen ze niet. We stimuleren ze niet en dan verbazen we ons dat er jaar in, jaar uit niets veranderd."

AANBEVELINGEN

  • Formuleer een kwantitatieve en meetbare doelstelling over de afname van het aantal dierproeven, want "noodzaak is immers de belangrijkste drijfveer van innovatie”, aldus Thijssen (PvdA).

  • Zet in op de acceptatie en validatie van proefdiervrije alternatieven door o.a. het toekennen van structurele financiering. Waar andere transities vaak gesteund worden met miljarden, of honderden miljoenen, moet de TPI het doen met slechts 5.5 miljoen.

  • Betrek stakeholders en proefdiernemers tijdig en voer een duidelijke regie. Zorg dat innovaties onafhankelijk worden gevalideerd en niet t.o.v. de 3V’s of de gouden standaard.

HOE NU VERDER?

Ondanks het hoopvolle debat en de eensgezindheid bij zowel het rondetafelgesprek als de Kamerleden blijven de resultaten tot nu toe achter en worden moties onvoldoende uitgevoerd. Animal Rights blijft daarom scherp op de uitvoering van de (zojuist aangenomen) moties door in gesprek te blijven gaan met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid. We blijven praten met politici en beleidsmedewerkers om hen te helpen waar nodig in de transitie en om onze punten goed onder de aandacht te brengen.

Daarnaast blijven we (algemene) vergunningen aanvechten (zoals tegen Charles River) en vragen om transparantie in documentatie over dierproeven zodat we onder andere de afweging van de CCD kunnen toetsen en misstanden aan de kaak kunnen stellen. We zullen gezien het gebrek aan vertrouwen en bekendheid rondom proefdiervrije initiatieven elke maand een veelbelovende innovatie in het zonnetje zetten. Tot slot blijven we demonstreren, petities opstarten en publiceren om op te komen voor alle proefdieren. Volgens Frank Wassenberg (PvdD) is er immers maatschappelijke druk nodig voor verandering. Niet alleen omdat dierproeven de wetenschap tegenhouden maar vooral omdat ze onethisch, immoreel en dieronvriendelijk zijn. Die maatschappelijke druk zullen we zeker geven.