Drie redenen waarom je als dierenvriend geen geld zou moeten doneren aan het Longfonds

Het Longfonds, en vele andere goede doelen, gebruiken een deel van het opgehaalde geld om wetenschappelijk onderzoek te financieren. In ongeveer een kwart van de dierproeven die het Longfonds financiert worden proefdieren gebruikt. Dat zijn vaak zeer pijnlijke en dodelijke experimenten op dieren. Bedenk dat elke menselijke aandoening in dieren wordt nagebootst: van beschadigde longen tot het opwekken van beroertes en epilepsie.

Gelukkig zijn er ook gezondheidsfondsen die geen geld geven aan dierproeven.

Goede doelen communiceren niet eerlijk over het financieren van dierproeven. Op de website staat dat "er op dit moment nog niet genoeg alternatieven om de vele onderzoeksvragen proefdiervrij te kunnen beantwoorden om oplossingen voor longpatiënten te vinden." Echter leveren dierproeven ook ondermaatse resultaten op. Slecht 1 op de 10 geneesmiddelen die op dieren worden getest, blijkt nadien veilig en werkzaam in mensen. Dierproeven worden onterecht gebruikt als gouden standaard.

De gezondheidsfondsen investeren fors in dierproeven en amper in de ontwikkeling van dierproefvrije technieken. Op deze wijze houd je het systeem in stand. Vreemd, want dierproeven blijken vaak helemaal niet goed te werken. Ze hebben amper voorspellende waarde voor de mens.