Main content

Inhoud

Dierproeven voor de veehouderij stijgen jaarlijks in Vlaanderen

Nieuws: 31 mei 2022
Dier­proeven

Animal Rights bestudeerde de gepubliceerde lijst van alle goedgekeurde projecten voor dierproeven voor de veehouderij in Vlaanderen. We moesten tot onze verbazing constateren dat het aantal dierproeven voor de veehouderij jaarlijks toeneemt en gemiddeld een derde van alle dierproeven in Vlaanderen voor de veehouderij zijn. Jen Hochmuth: “We moeten stoppen met de vee-industrie; daar hebben we geen dierproeven voor nodig.”

TIENDUIZENDEN PROEFDIEREN

We bekeken alle beschikbare projecten van 2018 tot 2020.123 Opgeteld ging het om 126 projectvergunningen, waarin in totaal 201.292 dieren werden gebruikt. De dierproeven worden jaarlijks uitgevoerd door universiteiten, commerciële proefdiercentra en voederbedrijven. Volgens Animal Rights worden de experimenten gedaan zodat meer dieren de erbarmelijke condities in de intensieve veehouderij kunnen overleven, terwijl het juist deze condities zijn die dieren ziek maken.

Een groot aantal dierproeven werd gedaan voor de ontwikkeling van behandelingen in de intensieve varkens- en pluimveehouderij. Zowel varkens, leghennen als vleeskuikens worden geplaagd door een hele resem aandoeningen, veroorzaakt door de grote aantallen dieren op een kleine ruimte, onhygiënische omstandigheden en doorfokken van de gebruikte rassen op onnatuurlijke kenmerken.

De diersoorten die tussen 2018 en 2020 werden gebruikt zijn:

  • 11.695 varkens
  • 11.823 runderen
  • 836 schapen
  • 597 geiten
  • 5349 konijnen
  • 149.588 kippen, 18.824 kalkoenen, 720 eenden, 210 fazanten, 420 kwartels.

VOORBEELDEN VAN DIERPROEVEN

Zo worden er gezonde varkens ziek gemaakt met H1N1 influenzavirussen of krijgen ze stoffen in hun poten gespoten om mankheid te veroorzaken. Kippen worden geïnfecteerd met onder andere Salmonella, Campylobacter, necrotische enteritis en coccidiose. Daarnaast worden er ook tientallen experimenten gedaan rond de huisvesting en voeding van dieren in de intensieve veehouderij. We geven hieronder nog een paar voorbeelden van de experimenten die werden uitgevoerd.

  1. In het project KUIKDOOD krijgen 120 vleeskippen en 160 kalkoenen eerst chirugisch EEG meting electroden ingepland ter hoogte van de kop om nadien te worden geslacht. Een reeks verschillende dodingsmethoden wordt op de dieren uitgetest met als doel om de meest praktische en efficiënte dodingsmethode aan de sector voor te stellen.

  2. In een ander project werden niet minder dan 48.000 gezonden vleeskippen met coccidiose besmet om de werkzaamheid van verschillende behandelingen na te gaan. Coccidiose veroorzaakt door een darmparasiet en dient behandeld te worden, omdat de parasiet niet vanzelf weer weggaat. Kippen kunnen hierdoor dusdanig verzwakken dat ze eraan overlijden. Coccidiose is één van de meest voorkomende en economisch belangrijke ziektes in de pluimveesector.

  3. In het project LEGLANGER werden 2 soorten leghennen (288 Isa Brown en 288 Dekalb White) onderworpen aan verteringsproeven en gehuisvest in verteringseenheden om na te gaan hoe de legperiode kan verlengd worden. Op het einde van de proef zijn alle niet- geëuthanaseerde leghennen opnieuw in het handelscircuit terecht gekomen.

  4. In een ander project werden bij 100 melkkoeien bloedstalen en anale grabstalen genomen om de veerkracht van hoogproductief melkvee te verbeteren. Bovendien werd bij 20 dieren na het afkalven een pH-bolus in de pens ingebracht. Gedurende de periode van 60 tot 90 dagen rondom het kalven is melkvee zeer gevoelig voor verschillende gezondheidsproblemen, die leiden tot melkproductieverliezen en dierenartskosten.

  5. Voor de meeste dierproeven met kalkoenen, worden gezonde dieren geïnfecteerd met histomoniasis. Histomoniasis is een parasitaire infectie bij pluimvee die wordt veroorzaakt door de protozoön Histomonas meleagridis en wordt gekenmerkt door necrotische letsels in de caeca en de lever. Kalkoenen zijn er heel gevoelig voor en infecties leiden vaak tot een hoge mortaliteit (vaak tot 100%). Dieren geïnoculeerd met deze ziekteverwekker ondervinden ernstig lijden gepaard met een hoge mortaliteit ten gevolge van de Histomonas infectie. Dit lijden zal zichtbaar zijn onder de vorm van apathie, opgezette veren met neerhangende vleugels en diarree.

  6. Biggensterfte in de kraamstallen is één van de belangrijkste oorzaken van de economische verliezen in de varkenshouderij. Om de rendabiliteit te verhogen voert de varkenssector dierproeven uit om het effect van het startmoment van alternerend zogen op het antistoffengehalte in kraamhokbiggen te onderzoeken. Bij alternerend zogen gaat men de sterkste biggen tijdelijk van de moeder afzonderen in een verwarmde ruimte zodat de zwakkere biggen een betere toegang tot de uier krijgen om te zogen.

  7. Vanaf 2025 is groepshuisvesting verplicht in de konijnindustrie, maar omdat dit niet continu kan moet de exacte periode tegen 2025 nog bepaald worden op basis van de resultaten van nieuwe dierproeven. Het doel van een langdurig gedragsexperiment aan het ILVO was om te bepalen welke aanpassingen mogelijk zijn om voedsters deeltijds in groep te huisvesten. Dit deden ze door 240 voedsters gedurende 3 reproductieronden op te volgen. Indien elke voedster per ronde een nest had van gemiddeld 10 jongen zullen er in totaal 7200 dieren opgevolgd moeten worden. Doordat de voedsters op een paar maanden tijd meerdere nesten hebben, zullen ze verzwakt zijn en gevoelig zijn voor melkklierontsteking. Het is vanzelfsprekend dat zogende voedsters in een groepsvestiging elkaar verschrikkelijk toetakelen. Deze vechtpartijen eindigen regelmatig in ernstige verwondingen of de dood.

Totaal aantal dierproeven per jaar

Een derde van alle dierproeven voor de veehouderij

Wat veel mensen niet weten is dat een behoorlijk deel van de dierproeven is bedoeld voor de vee-industrie.

Onder het mom van het genezen van dierziektes en het verbeteren van dierenwelzijn worden jaarlijks niet minder dan een derde van alle dierproeven in Vlaanderen uitgevoerd voor de intensieve veehouderij.

Aantal dierproeven voor de veehouderij per jaar

2018: 122 projecten, 61.345 dieren
2019: 135 projecten, 65.550 dieren
2020: 174 projecten, 74.397 dieren

Totaal: 431 projecten, 201.292 dieren

Aantal dierproeven voor de veehouderij stijgt jaarlijks

Het aantal proefdieren die gebruikt werden voor onderzoek naar dierziekten en dierenwelzijn in de veehouderij stijgt jaarlijks. Het draait helemaal niet om een verbetering van het dierenwelzijn maar om het voorkomen van economische verliezen door een afname in de productie.

“Dierproeven voor de vee-industrie dragen enkel bij aan greenwashing van de industrie. Zelfs al zou een door de intensieve houding veroorzaakte dierziekte worden genezen, dan nog zullen de dieren na een kort bestaan, een gruwelijk einde krijgen in het slachthuis”, aldus Hochmuth.

Standpunt van Animal Rights

De vee-industrie is een onhoudbaar systeem. Het is onacceptabel dat dierproeven ervoor zorgen dat dieren nòg verder lijden en mogelijk nog meer worden aangepast om zo productief mogelijk te zijn. De vee-industrie moet worden verboden; daar hebben we geen dierproeven voor nodig.